De conclusies die uit deze editie van de conjunctuurnota kunnen worden getrokken, zijn de volgende:
De recente conjunctuurontwikkelingen tonen aan dat de jaarlijkse bbp-groei in 2019 relatief goed was (+1,7 % tegenover +1,8 % in 2018), onder impuls van de binnenlandse vraag zonder voorraden. Bovendien was de bbp-groei in België in 2019 dynamischer dan die van de Europese Unie (+1,5 %) en die van de eurozone (+1,3 %). In 2020 is de economische activiteit echter ingestort door de opkomst van COVID-19. In het derde kwartaal van 2020 daalde het Belgische bbp met 4,3 % op jaarbasis, een minder uitgesproken daling dan die van het tweede kwartaal van 2020 (-13,9 %), als gevolg van het geleidelijk herstel van bepaalde economische activiteiten en de opheffing van verschillende beperkingsmaatregelen tijdens de zomer. Met name de particuliere consumptie, de investeringsuitgaven en de netto-uitvoer hebben de economische activiteit in het derde kwartaal van 2020 doen afnemen.
Sinds 2014 is de bbp-groei voornamelijk te danken aan de bedrijvigheid in de dienstensector.
De productie-index van de verwerkende nijverheid is over de eerste drie kwartalen van 2020 als geheel sterk gedaald. Het is vooral de in het tweede kwartaal geconstateerde conjunctuurverzwakking die de resultaten drukt, met name als gevolg van de gedeeltelijke of volledige stillegging van de activiteit in bepaalde bedrijfstakken als gevolg van de door de regering genomen beperkingsmaatregelen om de uitbreiding van de COVID-19-pandemie tegen te gaan.
De bedrijfsdemografie bleef sterk in 2019, met meer starters dan stopzettingen en een nettosaldo van 37.546 eenheden, het hoogste nettosaldo dat in de periode 2015-2019 werd waargenomen. Terwijl deze ondernemingsdynamiek in het eerste kwartaal van 2020 aanhield, verslechterde de situatie enigszins in het tweede kwartaal van 2020, om daarna te verbeteren. In het derde kwartaal van 2020 bleef het nettosaldo van “oprichtingen-stopzettingen” dus niet alleen positief, maar verbeterde het ook op jaarbasis.
In het algemeen bleek 2019 een gunstig jaar te zijn op de arbeidsmarkt, waarbij de tewerkstellingsgraad bleef stijgen en de werkloosheidsgraad bleef dalen, zowel de totale als die van jongeren onder de 25 jaar. Daarentegen zijn alle werkgelegenheidsindicatoren in het derde kwartaal van 2020 op jaarbasis verslechterd. Het tewerkstellingscijfer daalde immers tot 65,1 % tegen 65,8 % een jaar eerder, het jeugdwerkloosheidscijfer bereikte 17,7 % tegen 13,2 % een jaar eerder en het totale werkloosheidscijfer bereikte 6,5 % tegen 5,3 % een jaar eerder. Dat is niet verwonderlijk gezien de ernst van deze economische- en gezondheidscrisis die de meeste economieën in de wereld treft.
Ondanks een stijging van de prijzen van onbewerkte voedingsmiddelen is de HICP-inflatie in 2020 vertraagd (0,4 % ten opzichte van 1,3 % in 2019) als gevolg van een daling van de prijzen van de belangrijkste energieproducten en, in mindere mate, een vertraging van de prijzen van industriële goederen.
Voor de Belgische economie raamt het Federaal Planbureau het verloop van het bpp in 2020 op een daling met 6,2 % (oorspronkelijk had het Planbureau een nog grotere daling geraamd). En ook die 6,2% is nog met onzekerheid omgeven (raming). De economische recessie voor België in 2020 is het gevolg van de wereldwijde coronaviruscrisis. Voor 2021 verwacht het Planbureau echter al een herstel van de Belgische economie met een geschatte groei van het bbp van 4,1% ten opzichte van 2020.