2020 was negatief voor zowel de handel in en reparatie van motorvoertuigen en motorfietsen (G45) als voor de groothandel, met uitzondering van de handel in motorvoertuigen en motorfietsen (G46). Alle indicatoren van activiteit en werkgelegenheid daalden in 2020 ten opzichte van 2019. Alleen het aantal faillissementen en het aantal banen verloren ten gevolge van deze faillissementen vertoonden in 2020 een gunstige trend maar deze cijfers moeten met het nodige voorbehoud worden geïnterpreteerd, gezien de moratoria die de regering heeft ingesteld om bepaalde bedrijven te beschermen die zonder de uitbraak van de Covid-19-pandemie niet gedwongen zouden zijn geweest hun zaak te sluiten te beschermen.
De detailhandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen (G47) betreft, kende in 2020 een gemengd jaar. Op het vlak van de activiteitsindicatoren heeft de omzet in die sector in 2020 zijn stijgende tendens voortgezet terwijl de investeringen sterk daalden. Bijgevolg kan 2020 worden omschreven als een piekjaar voor de omzet en een dieptejaar voor de investeringen. De tewerkstellingsindicatoren zijn in 2020 verslechterd. We wijzen er echter op dat er verschillen kunnen bestaan tussen de verschillende takken van de detailhandel, aangezien sommige veel zwaarder getroffen zijn dan andere door de regeringsmaatregelen ter bestrijding van de COVID-19-pandemie. De tijdelijke sluiting van niet-essentieel geachte winkels woog in 2020 inderdaad zwaar op de tewerkstelling in voltijdsequivalenten in de sector. Gelukkig werden er steunmaatregelen ingevoerd om de eventuele schade door stopzetting of vertraging van activiteiten te beperken, zodat de arbeidsplaatsen slechts een relatief beperkte daling kenden in 2020. Daarnaast lag het aantal failliet verklaarde ondernemingen aanzienlijk lager dan gewoonlijk in 2020. Dit cijfer moet hierook voorzichtig geïnterpreteerd worden gezien de moratoria die de regering heeft ingesteld.
In 2020 daalde de omzet van de drie sectoren die de handelssector vormen, auto’s en motorfietsen, groothandel en detailhandel (G45-G46-G47), met 7 % tot 568,3 miljard euro. Deze daling is voornamelijk te wijten aan een daling van de verkoop in de autohandel (-12,7 %) en in de groothandel (-7,4 %), terwijl die van de detailhandel met 1,4 % steeg in 2020. De omzet van de dominante subsector in detailhande,, de “detailhandel in niet-gespecialiseerde winkels” (47.1), waaronder de verkoop van voedingsmiddelen via supermarkten valt, bleef ondanks de crisis stijgen. De detailhandel in huisinrichting (en de doe-het-zelfzaken) en de verkoop op afstand profiteerden van de lockdownmaatregelen, terwijl andere sectoren, zoals de kledingsector, daarentegen een zware terugval kenden, met een omzetdaling van 25 %.
Ondanks de ernstige gezondheidscrisis in ons land daalde het aantal arbeidsplaatsen in de hele handelssector met slechts 0,5% in 2020 ten opzichte van 2019, van 506.259 naar 503.843, mede dankzij de steunmaatregelen van de regering. Het aantal banen gemeten in voltijdsequivalenten (vte’s), dat de uitgevoerde prestaties het nauwkeurigst weergeeft, is dan weer wel sterk gedaald in dezelfde periode (- 9 %). Deze daling van de tewerkstelling in vte’s wordt vastgesteld in elk van de drie sectoren afzonderlijk, maar is meer uitgesproken in de autodistributie (- 12,9 %) dan in de detailhandel (- 9,6 %) of de groothandel (- 7,2 %). Alle subsectoren van de detailhandel kenden in deze periode een daling van het aantal vte’s.
In 2020 deed 73 % van de Belgische bevolking online aankopen, waarmee België het hier iets beter doet dan het Europees gemiddelde van 64 %, maar slechter presteert dan Duitsland (83 %) en Nederland (87 %).
Het gedeelte van de Belgische bevolking dat nog nooit online winkelde bedraagt 15 % wat iets lager is dan het Europees gemiddelde van 19 %, maar wel veel hoger is dan in Nederland (5 %) en Duitsland (9 %).
Het aantal Belgen dat nationale online aankopen doet relatief weinig met 53 % in vergelijking met Duitsland (70 %) en Nederland (73 %). Het valt op dat Belgische consumenten veel aankopen doen in de rest van Europa wat met 42 % veel hoger is dan Nederland met 21 % of Duitsland met 19 %.
Geïnteresseerde lezers kunnen in hoofdstuk 4.4. van dit verslag meer informatie vinden. Deze informatie wordt weergegeven in de vorm van gedetailleerde sectorfiches.