Fietsveiligheid door de ogen van jongeren: subjectieve fietsveiligheid langs schoolroutes in Vlaanderen

In Vlaanderen wordt volgens recent onderzoek van verplaatsingsgedrag één op de drie woon-schoolverplaatsingen van jongeren met de fiets afgelegd. Jammer genoeg gebeuren de meeste fietsongevallen ook in de leeftijdsgroep van 10 tot 19 jaar. Hoewel onderzoekers en beleidsmakers pleiten voor een veiligere schoolomgeving, blijft de aandacht vaak beperkt tot lagere scholen en tot de nabije omgeving rond de schoolpoort. Bovendien volgt actie vaak enkel op het moment dat zich een ongeval voordoet, terw…

In Vlaanderen wordt volgens recent onderzoek van verplaatsingsgedrag één op de drie woon-schoolverplaatsingen van jongeren met de fiets afgelegd. Jammer genoeg gebeuren de meeste fietsongevallen ook in de leeftijdsgroep van 10 tot 19 jaar. Hoewel onderzoekers en beleidsmakers pleiten voor een veiligere schoolomgeving, blijft de aandacht vaak beperkt tot lagere scholen en tot de nabije omgeving rond de schoolpoort. Bovendien volgt actie vaak enkel op het moment dat zich een ongeval voordoet, terwijl het beter zou zijn om een proactieve houding aan te nemen. 
Daarom onderzochten we het gevoel van fietsveiligheid, ofwel subjectieve fietsveiligheid, en de relatie met de omgeving langs woon-schoolroutes van jongeren in  Vlaanderen. De gegevens werden verzameld met behulp van de Fietsbarometer, een webplatform ontwikkeld voor middelbare scholen met steun van de Vlaamse overheid. Relaties tussen subjectieve fietsveiligheid en een breed scala van zowel subjectief gescoorde als objectief gemeten omgevingsfactoren werden geanalyseerd op het niveau van routes, wegsegmenten, en kruispunten. Uit de resultaten blijkt dat verkeersdrukte en fietsinfrastructuur het sterkste verband vertonen met subjectieve fietsveiligheid. 
Bovendien is er een duidelijke relatie tussen het aantal fietsongevallen en de subjectieve veiligheidsscores van jongeren. Vanuit ons onderzoek moedigen we aan om bij de  aanpak van schoolroutes voornamelijk maatregelen te nemen om de verkeersdrukte te verlagen, en de fietsinfrastructuur erlangs te optimaliseren, bijvoorbeeld door deze af te scheiden van het gemotoriseerd verkeer. Bovendien benadrukken de resultaten van deze studie het belang van subjectieve fietsveiligheidsmetingen voor het  uitwerken van een proactief en stimulerend fietsbeleid.