Het ziekteverzuimpercentage bedraagt in 2019 4,65% met eendagsziekten inbegrepen en 4,46% zonder eendagsziekten. In 2018 ging het respectievelijk om 4,48% en 4,31%. In 2019 werden er 3.005.582 ziektedagen genomen door het Vlaamse onderwijspersoneel. Dat is een stijging van 152.412 dagen of 5,34 % t.a.v. het aantal
ziektedagen van 2018. Om dat cijfer te interpreteren, moeten we ook rekening houden met een stijging van het aantal personeelseenheden, waar we te maken hebben met een stijging van 1,67%.
Conclusie : Het ziekteverzuimpercentage voor het Vlaamse onderwijspersoneel is de afgelopen jaren blijven stijgen. Het was in 2019 het hoogst van de laatste vijf jaren.
Eén van de mogelijke verklaringen voor die stijging is de toename van het aantal personeelsleden in de leeftijdscategorie van 56 tot 65 jaar. Ingevolge de maatregelen i.v.m. het verminderen van de mogelijkheden tot vervroegde uitstap en het opschuiven van de pensioendatum waren er in 2019 30.354 personeelsleden in deze categorie, t.o.v. 28.261 in 2018. Dat komt overeen met een stijging van 7,4 %. In combinatie met het feit dat het ziekteverzuimpercentage stijgt met de leeftijd, is die evolutie mede een verklaring voor de stijging van het ziekteverzuimpercentage in het Vlaams onderwijs in 2019. Het aantal eendagsziekten is in 2019 gestegen met 6,51% of 7.218 dagen, terwijl het globale aantal ziektedagen steeg met 5,34%. In totaal ging het in 2019 om 110.823 ziektedagen van één dag. Het gemiddeld aantal ziektedagen per personeelslid bedraagt in 2019 16,96 dagen t.o.v. 16.37 dagen in 2018. We zien
ook dat deeltijds werkende personeelsleden gemiddeld iets meer ziek zijn dan voltijds werkende personeelsleden, nl. 17,53 dagen t.o.v. 16,27 dagen bij voltijds werkende personeelsleden. Het ziekteverzuimpercentage van het gesubsidieerd vrij onderwijs, nl. 4,58%, is lager dan het algemeen ziekteverzuimpercentage van 4,65 %. Het ziekteverzuim is gestegen in alle netten behalve in het gesubsidieerd provinciaal onderwijs, waar het daalde. Psychosociale aandoeningen blijven ook in 2019 de voornaamste oorzaak van ziekteverzuim. Het gaat om 42,84% van de ziektedagen (43,55% bij mannen en 42,66% bij vrouwen). Dat is een gevoelige stijging in vergelijking met het vorige jaar, toen het 39,60% bedroeg.
Bij de psychosociale aandoeningen zien we een relatieve oververtegenwoordiging van het directiepersoneel. Als we binnen het directiepersoneel gaan kijken in de leeftijdsgroep van 56 tot 65 jaar is 62,03% van de ziektedagen het gevolg van een psychosociale aandoening, terwijl dat voor de totaliteit van de personeelscategorieën in die leeftijdsgroep 44,35% bedraagt, een verschil van 13,68%. Bij de leeftijdsgroep van 46-55 jaar is het verschil 13,67%. We zien in 2019 ook een gevoelige stijging van de afwezigheid wegens ziekte bij de personeelsleden van de CLB’s.
In 2018 noteerden we voor die groep een ziekteverzuimpercentage van 4,51 %. Dat is in 2019 opgelopen tot 5,03 %.