De kerken en in het bijzonder de parochiekerken maken deel uit van het beeldbepalende erfgoed in Vlaanderen. Het verzekeren van effectief gebruik en hergebruik van erfgoed is een belangrijke pijler van een hedendaagse erfgoedzorg. Het garandeert dat het erfgoed aan toekomstige generaties wordt doorgegeven. Hergebruik maakt deel uit van het duurzaam omgaan met onze omgeving en respect voor de beschikbare open ruimte. Beschermd erfgoed op een zinvolle en duurzame manier gebruiken draagt bovendien ook bij tot de kwaliteit van de leefomgeving en heeft het potentieel om mensen met elkaar te verbinden tot ‘erfgoedgemeenschappen’. Hergebruik en herbestemming van beschermde kerken biedt dus een kans om verschillende doelstellingen waar te maken.
Het is de opdracht van het agentschap Onroerend Erfgoed om, in overleg met de betrokken partners, de duurzame ontwikkeling van de leegstaande en onderbenutte
beschermde kerken te begeleiden. De erfgoedwaarden afleesbaar houden en een positieve, maatschappelijke waardering in de toekomst verzekeren door samen op zoek te gaan naar de toleranties voor verandering is daarbij de doelstelling. Materiële aanpassingen zijn eigen aan deze evolutie. Een herbestemming voegt zo een hoofdstuk toe aan een al geschreven verhaal.
De gezamenlijke ambitie is om ontwerpen te genereren, te stimuleren en te ondersteunen die een meerwaarde betekenen voor het erfgoed en haar toekomst op een kwaliteitsvolle en duurzame manier verzekeren.
Er zijn in het bepalen van een nieuwe toekomst voor parochiekerken drie grote fasen te onderscheiden.
Fase 1: opmaak van de kerkenbeleidsplannen op basis waarvan beslist wordt welke kerken een nieuwe vorm van gebruik, nevenbestemming of herbestemming nodig hebben;
Fase 2: vastleggen van een nieuw gebruik of een nieuwe functie voor deze kerken;
Fase 3: ontwerper maakt een ontwerp op voor een nieuwe functie in de parochiekerk en voert het ontwerp uit.
Deze fasen worden niet noodzakelijk chronologisch doorlopen. Vaak is er een wisselwerking tussen de verschillende fasen. Het kan bijvoorbeeld interessant zijn om voor
een bepaalde kerk de mogelijkheden van hergebruik te onderzoeken in het kader van de opmaak van een kerkenbeleidsplan. Of een nieuwe functie kan voor een bepaalde kerk al vastgelegd zijn buiten de opmaak van een kerkenbeleidsplan om.
Met deze leidraad wordt intensiever gebruik, hergebruik, herbestemming van leegstaande of onderbenutte kerken maar ook een eventuele afbraak voor een zinvollere invulling bespreekbaar.