2022 was het jaar waarin de extreem hoge inflatie pijn deed. Op het krachtige herstel na de coronapandemie volgde een nieuwe periode van economische turbulentie, die de inflatie sterker dan verwacht deed oplopen en deze langer hoog hield. De Russische invasie in Oekraïne bracht onnoemelijk menselijk leed teweeg, maar verhoogde ook, vooral via de wederzijdse formele en informele economische sancties tussen de westerse landen en Rusland, de al bestaande spanningen op de energiemarkten. De enorme prijstoename voor met name aardgas, en daaraan gekoppeld, elektriciteit, was in Europa de belangrijkste aanjager van de snel oplopende inflatie. De inflatiegolf werd wel geleidelijk breder omdat steeds meer producenten de hogere kostendruk ten minste gedeeltelijk doorberekenden in de verkoopprijzen.
Inflatie holt de koopkracht uit, terwijl de kosten van de energieschok ook wogen op de overheidsbegrotingen en de resultaten van de ondernemingen. Overheden namen immers geleidelijk aan meer maatregelen om de koopkracht te ondersteunen of de inflatie via prijsplafonds af te remmen. Ondernemingen worden niet alleen geconfronteerd met sterk stijgende energiekosten maar onvermijdelijk ook met toenemende looneisen als reactie op de dalende koopkracht. In België verloopt dat laatste proces automatisch omdat de lonen vrijwel volledig aan het stijgende prijspeil worden aangepast, zij het niet in alle sectoren met dezelfde snelheid.
De snel oplopende inflatie noopte heel wat centrale banken ertoe het monetaire beleid te verstrakken. Die mondiale koerswijziging verliep niet synchroon. Het gaat dan ook om een moeilijke oefening, waarbij rekening moet worden gehouden met de specifieke lokale toestand en de toekomstige economische ontwikkelingen correct moeten worden ingeschat. Renteverhogingen leiden bovendien tot volatiliteit op de financiële markten en kunnen de groei van de economie drukken, waarbij een te harde landing dient te worden vermeden. De matigende impact van de monetaire bijsturing op de inflatie laat zich bovendien met een zekere vertraging voelen.
Dat de inflatie in het eurogebied aan het einde van het jaar begon af te nemen, had trouwens enkel te maken met de teruglopende energie-inflatie ; de onderliggende inflatie bleef toenemen tot een heel hoog niveau. In deze namens de Regentenraad opgestelde Inleiding tot het Verslag van de NBB worden de belangrijkste economische ontwikkelingen van het afgelopen jaar geschetst, met bijzondere aandacht voor het eurogebied en België. Er wordt hieronder ook stilgestaan bij de beleidsuitdagingen waarmee België wordt geconfronteerd. Sommige daarvan hebben betrekking op het gebrek aan wendbaarheid van onze economie bij belangrijke economische schokken, zoals in het afgelopen jaar. Andere houden meer verband met de nodige aanpassingen op langere termijn om het groeipotentieel te vrijwaren en te verbeteren.