Het voornaamste doel van het rapport was om via een wetenschappelijk aanvaarde methode de buurten op te lichten die de hoogste concentratie van meer kwetsbare huishoudens huisvesten. Het Vlaamse woonbeleid is een doelgroepenbeleid dat zich richt op de meest kwetsbare huishoudens op de woningmarkt in Vlaanderen. Daarnaast wil het Vlaamse woonbeleid ook territoriaal selectief te werk gaan en de buurten met de grootste uitdagingen prioritaire aandacht verlenen. In het kader van beide doelstellingen is voor de overheid hierbij belangrijk om te weten welke buurten de hoogste concentratie van meer kwetsbare huishoudens huisvesten.
Om de kwetsbaarheid van de Vlaamse buurten te meten, combineren we 8 indicatoren waarvan we de 15% ‘slechtst scorende’ buurten meenemen in onze analyse. De 8 indicatoren zijn: (1) het aandeel huurwoningen, (2) het aandeel woningen gebouwd voor 1945, (3) de gemiddelde woonoppervlakte per persoon, (4) het gemiddeld inkomen, (5) het aandeel eenoudergezinnen, (6) het aandeel werkzoekenden, (7) het aandeel 25-plussers zonder diploma secundair onderwijs, (8) het aandeel niet-EU15 burgers. Wanneer een buurt minstens 5 (van de maximaal 8) keer in de uiterste 15% belandt, nemen we de buurt op in de lijst van buurten met een hogere concentratie van de meest kwetsbare huishoudens in Vlaanderen. In totaal is dit het geval voor 485 buurten in Vlaanderen waar in totaal 12% van de Vlaamse huishoudens woont.
Deze 485 buurten liggen verspreid over Vlaanderen. De grootste concentratie vinden we terug in de grootsteden Antwerpen en Gent. In totaal vinden we daar 145 buurten, waar 409.000 mensen wonen, terug. Los van de verstedelijkingsgraad van de gemeenten zien we ook ruimtelijke concentraties in de Denderstreek & het Waasland, de omgeving van het kanaal Charleroi-Brussel-Willebroek in de rand van Brussel en de Limburgse mijnstreek. De persistentie van de problematiek valt op. Wanneer de kaart met de situatie 2021 vergeleken wordt met de kaart anno 2011, dan zien we een heel vergelijkbaar ruimtelijk patroon.
Verder merken we, wanneer we met de situatie 2011 vergelijken, dat het aantal buurten met een score 5 of meer behoorlijk is afgenomen tussen 2011 en 2021 van 656 naar 485. Een daling van 26%. Van de buurten die zowel in 2011 als in 2021 een score van 5 of meer haalden, hebben ongeveer de helft van de buurten een score in 2021 die gunstiger is als in 2011, ongeveer de helft heeft eenzelfde of slechtere (= hogere) score.
De resultaten van dit rapport bieden meerdere mogelijkheden voor het Vlaamse en lokale beleid. Ze kunnen bijvoorbeeld een leidraad vormen voor het bepalen van de prioriteiten in de opvolging van de woningkwaliteit. Verder kunnen ze ook voor het lokale beleid inspiratie bieden voor het uitwerken van het woonbeleid. Ook zouden de resultaten eventueel kunnen helpen bij het bepalen van het territoriaal selectief inzetten van premies.
Naast het rapport is er ook een excelbestand beschikbaar dat de achterliggende data bevat. Je vindt er naast de naam van de statistische sector ook de code van de statistische sector, de score die de buurt haalde op kwetsbaarheidindicator en de waarden van de buurten op de verschillende indicatoren.