Vanaf 1 januari 2007 wordt Stedula verankerd in de werking van het ILVO. De onderzoeksresultaten van de voorbije jaren werden gebundeld in een boek dat vrijdag in Brussel werd voorgesteld.
Stedula kreeg bij zijn ontstaan de opdracht om indicatoren voor een duurzame bedrijfsvoering te ontwikkelen. "Op ecologisch vlak hebben we onder meer een set indicatoren ontwikkeld voor het duurzaam verbruik van energie, nutriënten en pesticiden. Die indicatoren kunnen bij land- en tuinbouwers tot nieuwe inzichten leiden. Zo is inkomen geen goede indicator voor economische duurzaamheid, maar wel de toegevoegde waarde per ingezette hoeveelheid grond en kapitaal".
In totaal schreef Stedula 28 wetenschappelijke rapporten en 9 papers. Ophefmakend was het eerste rapport over energieteelten. Daarin werden de mogelijkheden toegelicht voor de valorisatie van biomassa in Vlaanderen, waarbij niet nagelaten werd om ook te wijzen op de beperkingen. Opmerkelijk was ook het rapport over de beroepsfierheid van boeren en tuinders. "De aandacht voor de sociale aspecten van de landbouwsector was helemaal ondergesneeuwd. Het is de verdienste van Stedula dat ze die weer opgespit hebben", aldus kabinetschef Joris Relaes.
Of de werking van Stedula echt een impact heeft op het terrein? Stedula-manager Frank Nevens: "Ik merk dat in het Brugse Ommeland landbouwers in het kader van een project aan de slag gegaan zijn met onze indicatoren. Dat zijn pioniers, maar ook bij andere landbouwers is de aandacht voor duurzaamheid sterk toegenomen". Toen Stedula werd opgericht, bestond in de agrarische sector een sterke polarisatie tussen ecologie en economie. "Stedula heeft het geïntegreerde denken over duurzaamheid geïntroduceerd", aldus Relaes.