Mondiaal is er een enorme vergrijzingsgolf van de bevolking op komst. De demografische veranderingen zullen economisch en sociaal een gigantische impact hebben. Buitengewoon veel gepensioneerden zullen afhankelijk zijn van een alsmaar verder slinkend aantal mensen op arbeidsleeftijd om hen te onderhouden en te ondersteunen.
De vergrijzing zal gevolgen hebben voor alle beleidsdomeinen, niet in het minst voor gezondheid en welzijn. De Wereldgezondheidsorganisatie spoort de betrokken landen aan om proactief actie te ondernemen voor het behoud en het verbeteren van de levenskwaliteit van ouderen en riep de jaren 2020 uit tot the decade of healthy ageing.
Vier actiedomeinen werden bepaald:
1) Het realiseren van leeftijdsvriendelijke omgevingen
2) Het aanbinden van de strijd tegen leeftijdsdiscriminatie
3) Inzetten op geïntegreerde zorgmodellen
4) De ontwikkeling van duurzame, toekomstbestendige langdurige zorg
Waar staat Vlaanderen in dit verhaal? Ook in onze regio tikt de demografische tijdbom genadeloos voort. Rond 2050 zullen er bijvoorbeeld een half miljoen Vlamingen ouder dan 85 jaar zijn; dat zijn er bijna 300.000 meer dan nu. Hoe zullen we als samenleving een antwoord kunnen bieden op hun noden aan zorg en ondersteuning wanneer ze afhankelijk worden van anderen? Dat gaat van eenvoudige hulp bij de dagelijkse taken tot gespecialiseerde medische behandelingen. Zullen we daar met een krimpende actieve bevolking nog in slagen? Dreigt er een implosie van ons zorgmodel?
Maar we kijken vooral weg, en gaan vooral niet over tot die ingrijpende gedragsveranderingen die nodig zijn om het tij te doen keren. Net zo met die vergrijzing. Demografen rekenden het ons al decennia geleden voor. We weten wat ons staat te gebeuren. En toch lijkt elke sense of urgency te ontbreken om er proactief mee
bezig te zijn. Laat staan dat Vlaanderen of België een masterplan klaar hebben voor de komende 10 jaar.
De voorbereiding op een ouder wordende samenleving is een verantwoordelijkheid van een hele reeks beleidsdomeinen, niet alleen zorg en welzijn. Het gaat evengoed over de inrichting van onze leefomgeving, de bouw van onze huizen en appartementen, onze arbeidsorganisatie, onderwijs, de sociale zekerheid. Het is langeermijnbeleid, over legislaturen heen. Elke beleidsmaatregel in de ene sector heeft immers een invloed op andere (deel)sectoren.
De woonzorgcentra zijn één schakel in ons zorgsysteem. Hoe zien we hun rol in de toekomst? Over hun plaats en opdracht in het geheel moeten we grondig reflecteren en nadenken op de lange termijn. Waarover op korte termijn wél nog een beleidsbeslissing moet worden genomen, is de programmatie van woongelegenheden in
woonzorgcentra en de centra voor kortverblijf. Die programmatie is door de overheid tot eind 2025 opgeschort. Tot op heden is er nog geen signaal gekomen of de huidige programmatieberekening na 2025 opnieuw van toepassing zal zijn. Of komen er nieuwe programmatienormen? En op basis van welke criteria? Het zijn vragen die sterk leven bij de sociale ondernemers.