POD MI Focusnota, 2024, 34: jongeren en studenten die steun ontvangen van het OCMW

51 997: dit is het aantal jongeren dat een leefloon (LL) ontving in 2023. Ofwel meer dan een derde van de leefloners in België. Onder deze jongeren is het aantal studenten toegenomen en dit bedraagt nu 47,7 %: we telden gemiddeld 24 803 jonge studenten met een LL en 27 194 jonge niet-studenten met een LL. Deze stijgende tendens, onder de aandacht gebracht in de meest recente Focus van de POD Maatschappelijke Integratie, opent de weg naar een betere inschakeling van jongeren op de arbeidsmarkt.

G…

51 997: dit is het aantal jongeren dat een leefloon (LL) ontving in 2023. Ofwel meer dan een derde van de leefloners in België. Onder deze jongeren is het aantal studenten toegenomen en dit bedraagt nu 47,7 %: we telden gemiddeld 24 803 jonge studenten met een LL en 27 194 jonge niet-studenten met een LL. Deze stijgende tendens, onder de aandacht gebracht in de meest recente Focus van de POD Maatschappelijke Integratie, opent de weg naar een betere inschakeling van jongeren op de arbeidsmarkt.

Geïndividualiseerde begeleiding

De jonge leefloners hebben over het algemeen lagere kwalificatieniveaus, maar initiatieven als het “Geïndividualiseerd Project voor Maatschappelijke Integratie” (GPMI) helpen deze kloof te overbruggen door hen mogelijkheden tot opleiding en professionele inschakeling te bieden.

In 2023 hebben bijna 8 op de 10 jongeren met een LL een GPMI ontvangen volgens de gegevens van het verslag.

In vergelijking met niet-studenten genieten studenten die steun ontvangen vanwege het OCMW langere periodes van steun en hebben zij betere tewerkstellingsvooruitzichten op lange termijn, na de stopzetting van de steun.

Verschillen naar gelang het socio-demografisch profiel
De Focus geeft duidelijk de verschillende weer volgens geslacht, leeftijd, nationaliteit, gezinssituatie of verblijfplaats. Voorbeelden:

het aantal vrouwen onder de jonge studenten met een LL bedraagt 57,6 %.
de concentratie van de studenten bevindt zich hoofdzakelijk in de jongste leeftijdsschijf (niet-studenten met een LL zijn meer vertegenwoordigd onder de ouderen).
Brussel onderscheidt zich met een percentage van 50,5 % studenten onder de jonge LL, tegenover 47,9 % in Wallonië en 43,4 % in Vlaanderen.
69,7 % van de jonge begunstigde studenten woont samen, een duidelijk hoger percentage dan de 33 % voor de volledige begunstigden van het leefloon.

Bemoedigende perspectieven
De analyse van de socioprofessionele trajecten na het LL is veelbelovend: vijf jaar na het einde van het leefloon bereikt het tewerkstellingspercentage van jonge studenten bijna 47 %, terwijl dit voor de niet-studenten 36 % bedraagt. Deze resultaten benadrukken de efficiëntie van de door de OCMW’s ingevoerde ondersteunende maatregelen. Zij benadrukken eveneens het belang om het sociaal beleid aan te passen om beter te beantwoorden aan de specifieke noden van jongeren die het LL ontvangen.