5,3% is in 2024 het aandeel van de oppervlakte in Vlaanderen dat afgedekt is door gebouwen. Het gaat dan alleen maar over de grondoppervlakte ingenomen door gebouwen, zonder de percelen waarop de gebouwen staan.
Ter vergelijking: ruim 15% van Vlaanderen is verhard. Dat betekent dus dat ongeveer 10% van Vlaanderen wel verhard is, maar niet bebouwd.
In de voorbije 10 jaar is de bebouwingsgraad in Vlaanderen gestegen van 4,8% naar 5,3%. In de periode 2014-2024 werden 665.103 gebouwen opgericht. Dat komt neer op 182 bijkomende gebouwen per dag. Dit betekent dat het gebouwenbestand in Vlaanderen met 15,5% is toegenomen. Opgelet, onderstaande grafiek geeft geen zicht op de functie van deze gebouwen, het kan dus zowel gaan om woongebouwen, commerciële gebouwen of andere.
In 2024 is de bebouwingsgraad in Limburg het laagst van alle Vlaamse provincies: 4,2% van het Limburgse grondgebied is afgedekt door gebouwen. Dit staat in contrast met Antwerpen, waar de bebouwingsgraad met 6,4% het hoogst is.
We kunnen wel een onderscheid maken tussen hoofd- en bijgebouwen. Een hoofdgebouw is het belangrijkste gebouw binnen eenzelfde perceel. De aanwezigheid van het huisnummer kan hiervoor een indicatie vormen. Voorbeelden van bijgebouwen zijn garages, loodsen en serres.
Limburg is de provincie waar in de periode van 2014 tot 2024 procentueel de meeste gebouwen bijkwamen (+17,2%). Het gaat dan om 42.871 bijkomende hoofdgebouwen en 63.798 bijgebouwen t.o.v. 2014.
Wanneer we voor heel Vlaanderen de cijfers op gemeenteniveau bekijken, ligt de bebouwingsgraad in 35 gemeenten hoger dan 10%, d.w.z. dat minstens één tiende van de oppervlakte bedekt is met gebouwen.
De oranje kleur in onderstaande figuur toont dat de bebouwingsgraad vooral in en rond de centrumsteden en in de rand rond Brussel hoger of veel hoger dan gemiddeld is.