Het Prijzenobservatorium heeft zijn jaarverslag 2024 over de inflatie in België afgewerkt. Na een gemiddelde inflatie van 2,3% in 2023, is de totale inflatie in België in 2024 terug gestegen naar 4,3 %. De stijging van de totale inflatie in 2024 is te verklaren door de toename van de energieprijzen (+9,7 %). Deze toename van de energieprijzen is voornamelijk het gevolg van het wegvallen van het effect van de forfaitaire steunmaatregelen (basispakket) voor elektriciteit en gas (toegekend tussen november 2022 en maart 2023). Zonder de impact van het wegvallen van deze steunmaatregelen zou de totale inflatie 2,6 % en de energie-inflatie -5,2 % hebben bedragen. Daarnaast hebben ook de accijnsaanpassingen voor tabak, elektriciteit en gas een grote impact gehad op de totale inflatie in België. Zonder deze accijnsaanpassingen zou de totale inflatie veel lager uitgekomen zijn, namelijk op 2,9%.
In de overige productgroepen (waaronder diensten en levensmiddelen) nam de inflatie af in 2024, ook al blijft ze op relatief hoge niveaus. Zo daalde de inflatie voor levensmiddelen van 12,7 % in 2023 naar 5,0 % in 2024. De inflatie voor diensten nam af van 6,3 % in 2023 naar 4,3 % in 2024. In tegenstelling tot België, nam de totale inflatie in 2024 in onze belangrijkste buurlanden (Duitsland, Frankrijk en Nederland) af. In elk van de drie buurlanden lag de totale inflatie in 2024 onder het niveau van België. Ook de onderliggende inflatie (waarbij geen rekening gehouden wordt met de inflatie voor onbewerkte levensmiddelen en energie) was in 2024 hoger in België (3,8 %) dan gemiddeld in de buurlanden (2,9 %). Het zijn voornamelijk energie en bewerkte levensmiddelen die bijgedragen hebben tot het inflatieverschil met de buurlanden. Wanneer geen rekening gehouden wordt met het wegvallen van de impact van steunmaatregelen in België of met de verschillende accijnsaanpassingen voor tabak, elektriciteit en gas, dan was de totale inflatie meer vergelijkbaar met die in de buurlanden.
Naast de analyse over de inflatie op basis van de consumptieprijsindex, is in het jaarverslag ook een analyse opgenomen over de decompositie van de deflator. Een andere manier om de prijsevolutie te meten is immers via de deflator van de consumptie van huishoudens. Dit is een macro-economische methode die steunt op de gegevens van de Nationale Rekeningen. Deze maatstaf kunnen we opdelen in de componenten loonsom, bruto-exploitatieoverschot, productbelastingen en buitenland. De component buitenland capteert het effect van importprijzen op de algemene prijsevolutie. De methodologie van deze studie is gebaseerd op een studie van het Nederlands Planbureau en werd goedgekeurd door het Federaal Planbureau en de Nationale Bank van België.