Alhoewel iedereen in meerdere of mindere mate onder de crisis te lijden heeft, zal de impact van het huidige economische klimaat op de sociale sector wellicht eerder beperkt zijn. De verklaring hiervoor moeten we niet zozeer zoeken bij de subsidies aan de sociale economie. De sleutel tot het succes is de ondernemersmentaliteit aan de top. Dat is de belangrijkste conclusie van het onderzoek “Sociaal ondernemerschap in Vlaanderen” van het Flanders DC Kenniscentrum aan de Vlerick Leuven Gent Management School. Daarin werd voor het eerst de factor ondernemerschap in de sociale economie bestudeerd.
Wie ondernemerschap zegt, denkt meteen aan een privéondernemer, terwijl sociale economiebedrijven een weinig ondernemend imago hebben. Niets is minder waar, zo zeggen prof. Hans Crijns en dr. Frank Verzele van Vlerick Leuven Gent Management School. Zij namen de sociale sector onder de loep en kwamen tot de verrassende conclusie dat sociale ondernemers even ondernemend zijn als ondernemers uit de privé.
SOCIAAL ONDERNEMERSCHAP…
Verschilt van zakelijk ondernemerschap
- Als organisatie scoren sociale ondernemingen lager: minder innovatief, pro-actief en risicobereid.
- De overlegcultuur tussen de vele stakeholders behoedt de sociale ondernemingen voor het nemen van te grote risico’s
- Winst is bij sociale ondernemers geen doel op zich, maar een middel om een maatschappelijk doel te bereiken.
- Het mindere risico en het maatschappelijk doel maakt de tewerkstelling in de sociale sector stabieler in de economische crisis.
Maar niet helemaal
- Op persoonlijk vlak echter vertonen de ondernemers die aan het hoofd van bedrijven in de sociale sector staan, evenveel ondernemingszin als bedrijfsleiders in de zakelijke sector.
- Sociale ondernemers zijn ook eerder ondernemers dan managers. Een creatieve denkstijl domineert t.o.v. de rationele en planmatige denkstijlen.
- Waar privéondernemers vnl. creatief zijn met hun producten, uit de creativiteit van de sociale ondernemer zich eerder in nieuwe werkmethoden en een plaats op de markt vinden.
Het is dus een misverstand dat sociale organisaties niet ondernemend zouden zijn. Sociale ondernemers zijn even ondernemend ingesteld als zakelijke bedrijfsleiders.
SOCIALE ECONOMIE BELANGRIJK VANGNET
De sociale economie ontplooit activiteiten op gebieden waar noch de publieke noch de private markt een antwoord op heeft, en verschaft werk aan kansengroepen. In de praktijk is het een bonte verzameling van beschutte werkplaatsen, sociale werkplaatsen, invoegbedrijven, kringloopcentra, activiteitencoöperaties, buurt- en nabijheidsdiensten, coöperatieve bedrijven en organisaties en hun omkadering (adviesbureaus, startcentra en de solidaire financiers).
Enkele cijfers:
- Meer dan 30% van de sociale organisaties is winststrevend.
- Meer dan 50% van hun inkomsten komt uit de markt.
- Sociale organisaties zijn middelgroot: relatief weinig micro-ondernemingen, hoe ouder een organisatie, hoe groter ze is.
- Hun doel is sociale tewerkstelling.
- We spreken over ruim 25.000 arbeidsplaatsen voor kansengroepen. Dat aantal stijgt bovendien jaarlijks met ongeveer 4,5%.
- In tegenstelling tot de privé is de sociale economie een netwerkverhaal. Het eigendom is niet altijd uitsluitend in handen van de bedrijfsleider maar van meerdere partijen, waardoor een meer participatief beleid ontstaat.
Een blik op de toekomst
Ook in de toekomst zal de tewerkstelling in sociale bedrijven ongetwijfeld nog verder toenemen. Werkgelegenheid voor kansengroepen vormt net een doelstelling die inherent met de sociale economie verbonden is.
Als gevolg van veranderende maatschappelijke behoeften is er vooral een groeiend tekort aan personeel in de welzijnssector (gezondheids- en ouderenzorg, kinderopvang,…), maar ook zachte sectoren als kringloopwinkels zitten in de lift.
De sociale economie is niet alleen een belangrijke sector, maar fungeert ook als een vangnet voor mensen uit kansengroepen die het moeilijk hebben om hun weg te vinden naar een plek op de zakelijke arbeidsmarkt.