Belangrijkste resultaten OVG 5.3
Auto blijft hoofdvervoermiddel
De Vlaming (vanaf de leeftijd 6 jaar) verplaatst zich gemiddeld 2,55 keer per dag. Als we ons verplaatsen, brengen we ongeveer 79 minuten per dag door in het verkeer, ofwel 23,7 minuten per verplaatsing. 65% daarvan gebeurt met de auto (waarvan 50% als bestuurder, 15% als passagier). Zo'n 5% van alle verplaatsingen wordt per openbaar vervoer (lijnbus, tram, (pre)metro en trein) afgelegd, 12,57% per (elektrische) fiets en 14,76 te voet. Van de woning of het werk gaan we meestal te voet naar ons 'hoofdvervoermiddel'. Iedere Vlaming legt gemiddeld per dag 45,24 km af. Laten we de 'zeer verre' verplaatsingen (>1000 km) buiten beschouwing, gaat het om 35,64 km.
Geen verrassingen in woon-werkverkeer
Er zijn grosso modo 3 redenen voor onze verplaatsingen: werk en school (goed voor 30%), winkelen of diensten (24%) en 'ontspanning, sport en cultuur' (32%). Door de avond- en ochtendspits valt het werk- en schoolverkeer misschien meer op, maar de verdeling is dus eerder gelijk. Als we kijken naar het woon-werkverkeer, staat de auto afgetekend op kop, met 68% van de trajecten als bestuurder, en 2,8% als passagier. 13,5% gaat met de (elektrische) fiets, 10% gebruikt het openbaar vervoer. Zoals te verwachten, gebeurt 32% van de verplaatsingen naar school met de fiets, 24% met openbaar vervoer, 22% als autopassagier en 13% te voet.
Vrouwen mobieler, maar man blijft aan het stuur
Gemiddeld verplaatsen vrouwen (2,59) zich op een dag net iets vaker dan mannen (2,52). Die verhouding was tot nu toe steeds omgekeerd. Uit het OVG blijkt verder dat 83,34% van de Vlaamse 18-plussers een rijbewijs bezitten: 86,32% van de mannen, 80,46% bij de vrouwen. Dit verschil is nog nooit zo klein geweest. Hoewel dus nooit zo veel vrouwen een rijbewijs hadden, vertaalt zich dit niet in een stijging qua autogebruik. Voor de toegenomen mobiliteit nemen vrouwen vaker de bus, of rijden ze mee als passagier in de wagen. In de auto zijn mannen bovendien duidelijk vaker bestuurder (12,68 km tegen 7,43 km), terwijl vrouwen meer reizen als passagier (5,45 km vs 2,89 km). Dat gezegd zijnde, kruipen mannen meer op de fiets (1,04 km bij mannen en 0,61 km bij vrouwen).
Eén gezin op 5 heeft geen auto
Eind 2017 zijn er in Vlaanderen 3.455.865 personenwagens (Datadigest 2018, z.j.). Tegenover het aantal huishoudens in Vlaanderen (2.748.019) (cijfers per eind 2016), levert dat een gemiddeld aantal wagens per huishouden van 1,237. 20,55% van de Vlaamse gezinnen bezit geen auto, terwijl 29,51% van de gezinnen meer dan één auto bezitten. Daarvan heeft slechts een kleine 4% drie of meer auto's. De Vlaming bezit anno 2017 gemiddeld 2,2 fietsen per gezin.