Bouwunie en TLV: er moet meer geld van de kilometerheffing naar infrastructuurwerken

Bouwunie en TLV dringen erop aan om het geld van de kilometerheffing te laten vloeien naar grote én kleine infrastructuurwerken, opdat zowel grote bedrijven als kmo's de opdrachten kunnen uitvoeren. 

Vorig jaar bracht de kilometerheffing voor vrachtwagens ons land meer dan een miljard euro op. Een record. In Vlaanderen gaat het over 658 miljoen euro. Een pak meer dan de vetpot van 540 miljoen euro in 2023. "Maar," zo verzuchten Bouwunie en Transport en Logistiek Vlaanderen (TLV), "in 2023 g…

Bouwunie en TLV dringen erop aan om het geld van de kilometerheffing te laten vloeien naar grote én kleine infrastructuurwerken, opdat zowel grote bedrijven als kmo's de opdrachten kunnen uitvoeren. 

Vorig jaar bracht de kilometerheffing voor vrachtwagens ons land meer dan een miljard euro op. Een record. In Vlaanderen gaat het over 658 miljoen euro. Een pak meer dan de vetpot van 540 miljoen euro in 2023. "Maar," zo verzuchten Bouwunie en Transport en Logistiek Vlaanderen (TLV), "in 2023 ging amper 100 miljoen euro, dus nog geen vijfde van het totaalbedrag, naar het onderhoud van gewest- en snelwegen. Die verhouding klopt niet meer. Zijn er meer inkomsten, dan moet er ook meer geld gaan naar infrastructuurwerken"

Dat er 100 miljoen euro naar infrastructuur gaat, is bij de invoering van de kilometerheffing in 2016 beslist. Maar de inkomsten van de heffing nemen natuurlijk jaar na jaar toe. Een vast bedrag is volgens de organisaties dan ook achterhaald.

Voldoende investeringen, ook in onderhoudswerken, zijn noodzakelijk om onze infrastructuur kwalitatief in orde en modern te houden of te maken.