Een onderwijsniveau dat al daalde vóór 2020
Onderwijs is van cruciaal belang voor het menselijk welzijn en de ontwikkeling van de samenleving. Het behaalde diploma is een bepalende factor voor het welzijn. Ook zijn hoger opgeleiden gemiddeld gezonder en hebben zij minder risico om werkloos te worden of in armoede te vallen. Op het vlak van onderwijs tonen de door het FPB samengebrachte indicatoren enige verbetering. Het aantal gediplomeerden van het hoger onderwijs blijft toenemen. Tegelijkertijd daalt het aantal vroegtijdige schoolverlaters.
Afgezien van deze positieve resultaten is er een dalende trend voor het onderwijsniveau. De resultaten van de internationale onderzoeken TIMSS [1], PIRLS [2] en PISA [3] wijzen allemaal in dezelfde richting: een daling van de scores voor lezen (onvoldoende leesvaardigheid), wiskunde en wetenschappen in de afgelopen tien jaar in België.
De PISA-onderzoeken, uitgevoerd bij 15-jarige leerlingen, tonen dat in 2018 ongeveer 20 % van de Belgische leerlingen geen basisniveau hadden in een van de drie domeinen (OECD, 2019). Sinds 2003 is de achteruitgang voor wiskunde constant. Deze achteruitgang is ook relatief meer uitgesproken dan voor de andere twee domeinen (zie figuur 1). Buiten de gemiddelden laten deze resultaten ook aanzienlijke ongelijkheden zien. Leerlingen hebben betere resultaten wanneer ze, bijvoorbeeld, uit meer begunstigde sociaaleconomische milieus komen of indien hun ouders een diploma van hoger onderwijs hebben.
De pandemie heeft een grote impact gehad in de scholen...
De covid-19-pandemie heeft een grote impact gehad op het leven van de mensen. Ook leerlingen werden niet gespaard. Uit statistische gegevens blijkt dat het welzijn van jongeren er in het bijzonder op achteruit is gegaan sinds maart 2020 (INR/FPB, 2022). De sluiting van scholen en het afstandsonderwijs hebben hiertoe bijgedragen. De school is immers niet alleen een plaats waar geleerd wordt, maar ook een plaats waar jongeren sociale en emotionele vaardigheden ontwikkelen.
De volledige sluiting van scholen duurde in België 9 weken, voornamelijk tussen maart en juni 2020. Ook in het schooljaar 2020-2021 waren er gedeeltelijke sluitingen voor sommige onderwijsniveaus en/of scholen. Uit een analyse van de gegevens die sinds het begin van de pandemie door UNESCO werden verzameld, blijkt dat er meer sluitingen van scholen waren in België dan in Frankrijk, maar relatief minder dan in Duitsland of Nederland.
...met een aanzienlijke daling van het onderwijsniveau...
Verschillende studies bestudeerden de impact van de pandemie op het onderwijsniveau. Dat gebeurde aan de hand van gegevens van gestandaardiseerde tests die op lagere scholen zijn afgenomen. De resultaten uit onder andere Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk zijn unaniem (Donnelly et al., 2021). De pandemie heeft geleid tot een aanzienlijke daling van het onderwijsniveau en een toename van de ongelijkheid tussen de leerlingen. Deze achteruitgang betreft alle geanalyseerde domeinen: talen (lezen en schrijven), wiskunde en wetenschappen. In Nederland kwam het leerverlies na de eerste lockdown overeen met ongeveer 20 % van de verworven kennis van een normaal schooljaar (Engzell et al., 2020). Uit de Nederlandse gegevens blijkt ook dat dit verlies in het schooljaar 2020-2021 is toegenomen (Haelermans et al., 2021). Een jaar na het begin van de pandemie komt het leerverlies overeen met ongeveer 30 % van de verworven kennis van een schooljaar (zie tabel 1).
In België wijzen de gegevens van de Vlaamse Gemeenschap eveneens op een daling van het onderwijsniveau en een toename van de ongelijkheid. Een studie op basis van gegevens die Katholiek Onderwijs Vlaanderen eind juni 2020 verzamelde bij leerlingen van het 6de leerjaar, toont dat het leerverlies groter is dan in Nederland (Maldonado et al., 2020). Wetenschappen en talen waren relatief meer beïnvloed dan wiskunde. De gegevens verzameld door de Vlaamse openbare instelling voor het gemeenschapsonderwijs wijzen in dezelfde richting (GO! onderwijs, 2021). Hieruit blijkt dat ongeveer één op de twee leerlingen een leerachterstand heeft opgelopen. Deze achterstand wordt als zeer groot gekwalificeerd voor 25 % van de leerlingen in het lager onderwijs tegenover 20 % in het middelbaar onderwijs. Ook hier tonen de cijfers een toename van de ongelijkheid tussen leerlingen. Gegevens die Katholiek Onderwijs Vlaanderen meer dan een jaar na het begin van de pandemie heeft verzameld, tonen dat het leerverlies tussen juni 2020 en juni 2021 voor talen is toegenomen (Gambi et al., 2021). Het in juni 2020 vastgestelde verlies voor wiskunde en wetenschappen is daarentegen stabiel gebleven. In geen enkel geanalyseerd studiedomein was er dus een inhaaleffect in het schooljaar 2020-2021.
"Het leerverlies als gevolg van de pandemie wordt geraamd op ongeveer de helft van de verworven kennis van een normaal schooljaar"
Op basis van dezelfde gegevens wordt het leerverlies tussen maart 2020 en juni 2021 geraamd op 53 % van de verworven kennis van een normaal schooljaar, of 21 lesweken (zie tabel 1). Voor talen en wetenschappen ligt dit percentage hoger: ongeveer 60 %. Voor wiskunde is het verlies relatief kleiner, het wordt geraamd op 28 % van een schooljaar.
Deze resultaten gaan in dezelfde richting als die waarop in sommige studies wordt gewezen, namelijk dat in geval van leerachterstand op school deze niet wordt ingehaald (Gambi et al., 2021). Op basis van de gegevens die in juni 2022 zullen worden verzameld, zal de situatie twee jaar na het begin van de pandemie geëvalueerd kunnen worden en nagegaan of er een inhaalbeweging heeft plaatsgevonden.
Door het ontbreken van vergelijkbare gegevens in de Franse Gemeenschap is het niet mogelijk een volledig beeld te krijgen van de situatie in België [4]. Er zijn echter aanwijzingen dat de daling van het onderwijsniveau voor Franstalige leerlingen nog groter zou kunnen zijn. Ten eerste is volgens de resultaten van het laatste PISA-onderzoek het onderwijsniveau er gemiddeld relatief lager (OECD, 2019) en de hier aangehaalde studies tonen aan dat de pandemie verhoudingsgewijs een grotere impact heeft gehad op leerlingen met minder goede schoolresultaten. Vervolgens kwamen er, in tegenstelling tot de Vlaamse Gemeenschap, geen nieuwe onderwerpen aan bod via het afstandsonderwijs tijdens de eerste lockdown (FWB, 2020). Er waren ook geen grootschalige inhaallessen voor leerlingen in moeilijkheden in de zomer van 2020 (Gambi et al., 2021).
... waarvan de economische kosten aanzienlijk zijn.
Een daling van het onderwijsniveau heeft tal van gevolgen die de ontwikkeling van de samenleving als geheel remmen. Het heeft ook economische kosten, onder andere door een daling van het individuele inkomen en van het bruto binnenlands product (bbp).
Het effect op het inkomen is goed gedocumenteerd. In een gezamenlijk rapport van UNESCO, UNICEF en de Wereldbank wordt ervan uitgegaan dat het leerverlies tijdens de pandemie het gecumuleerde inkomen van de huidige leerlingen tijdens hun leven ten belope van 14 % van het mondiale bbp zou verminderen (Azevedo et al., 2021). Uit de resultaten van een andere studie blijkt dat in België het leerverlies tijdens de pandemie de lonen van de huidige generatie leerlingen met ongeveer 3,9 % zou kunnen doen dalen (Hampf et al., 2017). Deze economische kosten zijn vandaag nog niet zichtbaar. Dat zal pas het geval zijn wanneer deze generatie de arbeidsmarkt betreedt.
Er bestaat ook een duidelijk verband tussen onderwijsniveau en bbp. Volgens een recente door de OESO gepubliceerde schatting, zou een leerverlies dat beperkt blijft tot de huidige generatie leerlingen en overeenkomt met 50 % van de verworven kennis in een normaal schooljaar, het bbp gemiddeld met 2,2 % doen dalen (Hanushek et al., 2020). Volgens een andere studie, eveneens gepubliceerd door de OESO, zou deze daling in België ongeveer 3,6 % bedragen (Hanushek et al., 2015). Deze gemiddelde jaarlijkse cijfers steunen op de hypothese dat de tijdens de pandemie waargenomen daling van het opleidingsniveau in de tijd aanhoudt. Als deze cijfers worden vermenigvuldigd met het aantal jaren dat de leerlingen zullen werken, zouden de economische kosten aanzienlijk zijn.
Nu handelen voor de toekomst
De gevolgen van de pandemie zijn nog niet volledig zichtbaar. Sommige gevolgen zullen pas op lange termijn zichtbaar worden. Uit de vandaag in België beschikbare gegevens blijkt dat het onderwijsniveau gedaald is als gevolg van de pandemie. Weliswaar zijn de gegevens beperkt tot leerlingen van het 6de leerjaar en tot de Vlaamse Gemeenschap. Er is echter geen reden waarom deze vaststelling niet zou gelden voor heel België. Een andere bevinding is dat deze daling in de loop van de tijd aanhoudt. Zonder ingrijpen lijkt het daarom waarschijnlijk dat deze daling op lange termijn een deel van de samenleving zal worden.
De achteruitgang van het onderwijsniveau in België is niet nieuw en wordt al een tiental jaren vastgesteld aan de hand van internationale onderzoeksgegevens. De pandemie heeft deze trend dus versterkt. "Zonder inhaalbeweging zouden op lange termijn de kosten van de tijdens de pandemie vastgestelde daling van het onderwijsniveau aanzienlijk zijn" Het leerverlies heeft vele gevolgen. Het heeft niet alleen gevolgen voor het menselijk welzijn en de ontwikkeling van de samenleving, maar ook voor de economie, onder andere door een daling van het individuele inkomen en van het bbp. Zonder inhaalbeweging zouden, volgens de huidige ramingen, de kosten op lange termijn van de tijdens de pandemie vastgestelde daling van het onderwijsniveau aanzienlijk zijn.
In het licht van de kosten van een dalend onderwijsniveau en de vele uitdagingen van de toekomst (vergrijzing, klimaatverandering, enz.) is het van cruciaal belang dat het onderwijsniveau van de leerlingen wordt opgevolgd. Een dergelijke opvolging moet het mogelijk maken de situatie objectief te beoordelen en maatregelen te nemen om de achterstand in te halen.