De culturele en creatieve sectoren gingen door zwaar weer tijdens de coronacrisis

De culturele en creatieve sectoren (CCS) hebben tijdens de coronacrisis zwaar te lijden gehad, zoals blijkt uit de beschikbare cijfers voor 2020 en 2021 uit de impactstudie van VLAIO en het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie van de Vlaamse overheid.

De Vlaamse culturele en creatieve sector (CCS) bestaat uit 12 sectoren: architectuur, de audiovisuele sector, beeldende kunst, de communicatiesector, de designsector, erfgoed, de gamesector, gedrukte en digitale media, de modesector, muziek…

De culturele en creatieve sectoren (CCS) hebben tijdens de coronacrisis zwaar te lijden gehad, zoals blijkt uit de beschikbare cijfers voor 2020 en 2021 uit de impactstudie van VLAIO en het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie van de Vlaamse overheid.

De Vlaamse culturele en creatieve sector (CCS) bestaat uit 12 sectoren: architectuur, de audiovisuele sector, beeldende kunst, de communicatiesector, de designsector, erfgoed, de gamesector, gedrukte en digitale media, de modesector, muziek, nieuwe media en podiumkunsten.

Vlaams minister van Economie Jo Brouns verklaart: “De creatieve en culturele sectoren zijn een veelzijdig en onmisbaar deel van onze economie. Zij hebben een onschatbare maatschappelijke meerwaarde. In de corona-crisis hebben we via VLAIO een belangrijke bijdrage kunnen leveren om de vele zelfstandigen te helpen overleven. Via Flanders DC zorgen we nu ook voor de juiste omkadering en begeleiding in de toekomst. En dat doen we op maat van onze topsectoren design en mode. Zij zijn van wereldniveau en dat moeten we ondersteunen.”

Vlaanderen heeft een bloeiende culturele & creatieve sector, zowel op creatief als economisch vlak. Zo was de sector in 2021 verantwoordelijk voor:

• 187.673 banen, wat neerkomt op 6,17% van het totale aantal werkzame personen in Vlaanderen.
• 76.680 zelfstandigen, wat overeenkomt met 14,35% van het totale aantal zelfstandigen in Vlaanderen.
• Een toegevoegde waarde van 13,8 miljard euro, wat gelijk is aan 5,24% van de totale bruto toegevoegde waarde in Vlaanderen.