Meten van economisch ruimtegebruik: de rol van een terreininventarisatie

Binnen de strategische doelstelling ’verminderen van het bijkomend ruimtebeslag’ van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) is de uitdaging om "meer te doen met minder ruimte”. Een belangrijke voorwaarde daarbij is een beter gebruik van het huidige ruimtebeslag, wat betekent dat het ruimtelijk rendement verhoogd dient te  worden, door bijvoorbeeld het bevorderen van verweving, intensivering van het gebruik van de ruimte en multifunctioneel ruimtegebruik. Specifiek voor het beperken van bijkomen…

Binnen de strategische doelstelling ’verminderen van het bijkomend ruimtebeslag’ van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) is de uitdaging om "meer te doen met minder ruimte”. Een belangrijke voorwaarde daarbij is een beter gebruik van het huidige ruimtebeslag, wat betekent dat het ruimtelijk rendement verhoogd dient te  worden, door bijvoorbeeld het bevorderen van verweving, intensivering van het gebruik van de ruimte en multifunctioneel ruimtegebruik. Specifiek voor het beperken van bijkomend economisch ruimtegebruik is meer kennis nodig over het feitelijke economische ruimtegebruik. Deze studie tracht daaraan bij te dragen door op basis van een terreinopname in vijf verschillende studiegebieden doorheen Vlaanderen, vestigingsmilieus te identificeren gebaseerd op het voorkomen van bepaalde economische 
activiteiten. Uiteindelijk zijn acht vestigingsmilieus geïdentificeerd. Een belangrijk doel daarbij was om de empirische resultaten te vergelijken met officiële statistieken en databronnen, waarbij in dit artikel gefocust wordt op de VKBO. Wij gingen na of dezelfde resultaten kunnen worden behaald bij het gebruik van deze bronnen en waar deze elkaar kunnen aanvullen. De resultaten impliceren verschillen maar de mate waarin hangt af van het vestigingsmilieu.
In kernwinkelgebieden is er een grote mate van overeenkomst tussen de terreinopname en bestaande databronnen, daar waar er in woonwijken een belangrijke discrepantie bestaat. Hoewel op sommige locaties bestaande data en statistieken dus een goed handvat zijn om het ruimtegebruik te beoordelen, is een terreinopname in andere gebieden een interessante en zelfs noodzakelijke complementaire bron van data.