Fietsnetwerken en stads- en kernontwikkeling. Op de fiets!

De fiets wint aan populariteit, zowel voor korte als voor langere afstanden, zowel functioneel als in de vrije tijd. Cargobikes en longtails maken ketenverplaatsingen met kinderen en boodschappen mogelijk, elektrische fietsen zetten zowel pendelaars als actieve ouderen aan het trappen, zowel in stedelijk en suburbane gebieden als in kernen in meer landelijke regio’s.

Dat bespaart heel wat fileleed en zorgt voor blije fietsers en minder autodruk in de kernen. Niet toevallig is de fietsambitie van de Vlaamse overheid groot: “In 2040 kiest de Vlaming spontaan voor de fiets voor een korte tot middellange verplaatsing, zowel in de stad als op het platteland. 30% van de verplaatsingen gebeurt met de fiets en er wordt vlot geschakeld tussen de fiets en andere duurzame vervoermodi.”

Om de fietsrevolutie alle kansen te geven is planning essentieel. Planning en ontwerp van aangename comfortabele en veilige fietsinfrastructuur versterken bestaande kernen en maken voorzieningen als scholen en recreatieparken breed toegankelijk.

Tegelijk zijn er ook kansen voor stads- en kernontwikkeling op het kruispunt van bovenlokale fietsroutes en belangrijke openbaar vervoerknopen. Voornamelijk de ontwikkeling van bedrijvensites, van onderwijs- en zorginstellingen en regionale recreatiepolen in relatie tot modal shift kan en moet nog beter uitgewerkt worden in Vlaanderen.  

“Op De Fiets” start vanuit de tentoonstelling en lezing van architectuurwijzer over fietsbruggen. Fietsbruggen met belevingswaarde zijn de kroon op het werk van robuuste fietsnetwerken. Van hieruit schakelen we naar regionaal niveau en leren we hoe fietsnetwerken en regionale ruimtelijke visievorming in elkaar vastknopen. Tenslotte schakelen we terug naar lokaal beleid die aan gedifferentieerde kern- en stadsontwikkeling vorm geeft.