Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog (1914 - 1918) vluchtte de familie Spruytte van Passendale naar Normandië, daar baatten ze gedurende de oorlog een restaurant uit. Germaine Spruytte deed na de oorlog de know-how op om kaas van het type Pont l'Evêque te maken.
In 1928 keerde Germaine naar Passendale en samen met haar echtgenoot Romain Donck, in de heropgebouwde boerderij ging wonen, startten ze vrij snel met de productie van kaas.
Toen de boerderij te klein werd, opteerden ze ervoor om een zuivel- & kaasbedrijf op te zetten recht tegenover de bestaande hoeve. In 1936 produceerde men er vele kazen van het type 'Pont l'Evêque'. Om de kwaliteit van de kazen te verhogen en de productie van een nieuw type kaas te ontwikkelen (namelijk St. Paulin (paterskaas)) werd een Zwitserse kaasmaker aangetrokken.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog lag de productie volledig stil. In 1946 werd ze hervat in een nieuw gebouw. Maar in 1949 diende men uit te wijken naar de brouwerij Boucque in het centrum van Passendale. De oude boter- en kaasfabriek bleef behouden en werd tijdelijk in gebruik genomen door de firma 'Brie Soenen' uit Ieper die er Brie en witte kaas produceerde. In 1963 viel het doek definitief over de site en verkommerde het gebouw.