Op 24 juli 1996 keurde de Vlaamse Regering het besluit houdende de tegemoetkoming van het Vlaamse Gewest voor maatregelen in het kader van het grond- en pandenbeleid goed. Dit besluit werd beperkt gewijzigd via een BVR van 14 december 2001. Deze regeling liet onder meer toe om in een (strategisch) project in een stedelijk gebied gronden en panden te verwerven in relatie met het publiek domein. Strategische projecten vanuit dat besluit waren bij voorkeur gerelateerd aan een structuurplan en diende uitvoering te geven aan een bijzonder plan van aanleg (BPA) of ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP).
In 1997 werd het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) goedgekeurd door de Vlaamse Regering en wat de bindende bepalingen betreft, bekrachtigd door het Vlaams Parlement. Het RSV vermeldt het instrument 'strategisch project' als een belangrijke beleidsmaatregel.
Bij de opmaak van de eerste ruimtelijke uitvoeringsplannen werd vastgesteld dat meer aandacht diende geschonken te worden aan de effectieve uitvoering van (strategische) projecten. De planning mocht niet stranden in papieren documenten, maar er moest een meer realisatiegerichte rol van de overheid en andere actoren aangemoedigd worden. Deze vaststelling heeft ertoe geleid dat een nieuw subsidiebesluit werd goedgekeurd. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 houdende de voorwaarden voor de erkenning en subsidiëring van strategische projecten in het kader van het 'Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen', liet toe om strategische projecten te erkennen en te subsidiëren, wat de werkingskosten en personeelskosten van een coördinator betreft.
Na enkele jaren ervaring met de besluiten van 1996 en 2004, werd het instrument weliswaar als bruikbaar geëvalueerd, maar was een actualisering nodig om de uitvoeringsgerichtheid te vergroten en de combinatie met andere instrumenten toe te laten. Het werken met twee naast elkaar bestaande reglementen leverde daarnaast ook flink wat administratieve overlast op en maakte een strategische aanwending van de beschikbare middelen moeilijk. Op 5 oktober 2007 werd een vernieuwd subsidiebesluit goedgekeurd. De krachtlijnen van dit besluit zijn:
- middelen (gebiedsgericht) bundelen en de doelmatige aanwending ervan bevorderen;
- procedures vereenvoudigen en communicatie verbeteren;
- focussen op projecten met een voorbeeld- en hefboomfunctie voor het Vlaams ruimtelijk beleid;
- domeinoverschrijdende werking rond strategische projecten bevorderen en een gecombineerde inzet van instrumenten te stimuleren;
- stimuleren dat er effectief een gestructureerd grondbeleid voor strategisch projecten tot stand komt.
Sinds december 2008 werd in uitvoering van het besluit van 2007 jaarlijks minstens 1 oproep gelanceerd voor de subsidiëring van de projectcoördinatie van strategische projecten.