Het Provinciebestuur van West-Vlaanderen startte in juli 1991 met de opmaak van een Provinciaal Structuurplan, een belangrijke stap in het beheren van de ruimtelijke ordening binnen de provincie. Het West-Vlaams Economisch Studiebureau (WES) werd aangesteld als ontwerper van dit plan. Het plan werd opgesplitst in drie fases, die nadien zouden worden geïntegreerd tot één alomvattend provinciaal structuurplan.
De Kustzone kreeg als eerste prioriteit, aangezien de ruimte daar onder hoge druk staat door zowel verstedelijking als de toenemende vraag naar toeristische en recreatieve faciliteiten. De arrondissementen Brugge, Oostende en Veurne, die samen de Kustzone vormen, werden om pragmatische redenen gegroepeerd. De focus lag op het behoud van de duinen, de open groene ruimten en de zeewering, cruciaal voor de bescherming van het landschap en de veiligheid van de regio.
Na de afronding van het deel voor de Kustzone volgde het Voorontwerp van het Ruimtelijk Structuurplan voor de Zone Zuidoost, dat de arrondissementen Kortrijk, Roeselare en Tielt omvatte. Dit deel richtte zich op de specifieke ruimtelijke uitdagingen van deze regio, zoals stedelijke ontwikkeling en industriële expansie.
De laatste fase was gericht op de Zone Zuidwest, met de arrondissementen Diksmuide en Ieper. Dit gebied wordt gekenmerkt door een meer rurale omgeving en moest inspelen op het behoud van landbouwgronden, natuurbehoud en kleinschalige verstedelijking. De nadruk lag hier vooral op het beschermen van waardevolle landschappen, de ontwikkeling van kleinschalige woongebieden, en het behouden van het evenwicht tussen landbouw, natuur, en beperkte economische ontwikkelingen.
De drie delen van het structuurplan, Kustzone, Zone Zuidoost, en Zone Zuidwest, werden uiteindelijk samengevoegd tot één Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan, dat in 2001 definitief werd goedgekeurd. Dit plan diende als langetermijnvisie voor de ruimtelijke ordening en ontwikkeling van de provincie West-Vlaanderen en was een belangrijke mijlpaal in het regionale beleid. Het zorgde ervoor dat de verschillende regio’s op een duurzame en gecoördineerde manier beheerd werden.