De legislatuur vordert met rasse schreden. Het pad dat ik in mijn beleidsnota uittekende, is al flink bewandeld. De uitdagingen worden stap voor stap gerealiseerd. Dat is belangrijk, want sociale economie heeft een bijzondere rol te vervullen in de sociaal-economische ontwikkeling van Vlaanderen. Vanuit haar zoektocht naar mogelijkheden en methodieken om volwaardige werkgelegenheid aan te bieden aan mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt, tracht zij bovendien een meerwaarde te creëren op maatschappelijk en ecologisch vlak. En deze opdracht is niet altijd even evident. Vooral de Europese regelgeving rond staatssteun zorgde al voor heel wat addertjes onder gras.
Maar toch konden het voorbije werkjaar een aantal nieuwe mijlpalen gerealiseerd worden in de uitvoering van dit strategisch meerjarenplan. De trein van lokale diensteneconomie is vertrokken. Het decreet lokale diensteneconomie werd goedgekeurd door het Vlaams Parlement. Het Besluit van de Vlaamse Regering dat de uitvoering mogelijk moet maken, werd recent definitief goedgekeurd.
Ook op vlak van maatwerken werden er veel stappen gezet op weg naar het decreet dat beschutte en sociale werkplaatsen dient om te vormen tot maatwerkbedrijven. Naast een afstemming met de bestaande maatregelen voor de doelgroepen die zich ook binnen het beleidsdomein Werk situeren, is vooral de afstemming met de Europese regelgeving momenteel een permanent aandachtspunt. Bedoeling moet zijn om begin 2008 een ontwerp van decreet te kunnen voorleggen. Naast de verdere uitbouw en verankering van de sociale economie, wordt ook verder sterk ingezet op een ‘socialere economie’. Er wordt geëxperimenteerd met nieuwe methodieken die de door- en instroom van kansengroepen moeten bevorderen. Zo werden voor de invoegbedrijven inschakelingscoachen in het leven geroepen voor specifieke begeleidingsvragen van het invoegbedrijf naar de doelgroep. De beschutte en sociale werkplaatsen beëindigen dit najaar hun experiment inzake supported employment dat een nieuwe methodiek inzake begeleiding van hun doelgroep op een
reguliere werkvloer introduceert. Deze experimenten worden geëvalueerd en op basis van de beleidsaanbevelingen verdergezet en verbreed.
Ook werd de basis gelegd om de ondersteuning van de sociale economie beter af te stemmen op de nieuwe structuur met de drie pijlers. Het MVO-beleid werd geëvalueerd en uitgediept in functie van een tweede golf.
Al deze elementen maken duidelijk dat we goed op weg zijn om tegen het eind van de legislatuur de gestelde verankering, verbreding en verdieping van de sociale economie daadwerkelijk gerealiseerd te hebben. Ook het komende werkjaar wordt deze weg verder gezet, zoals mag blijken uit voorliggende beleidsbrief.
Deze beleidsbrief omvat vijf hoofdstukken. In een eerste hoofdstuk wordt kort de sociaal-economische context van de Vlaamse arbeidsmarkt bekeken. In de volgende drie hoofdstukken gaan we in op de speerpunten van het beleid. In het laatste hoofdstuk gaan we dieper in op de verschillende beleidsinstrumenten. Telkens worden de realisaties, de beleidsopties en de begroting besproken.