In dit onderzoeksrapport worden op basis van cijfers van de Vlaamse Milieumaatschappij de boekhoudkundige opbrengsten en kosten, alsook de inkomende en uitgaande kasstromen tussen 2015 en 2020 in kaart gebracht die voortvloeien uit het beheer van afvalwater. De belangrijkste opbrengsten zijn de gemeentelijke saneringsbijdragen (gemiddeld 91% van de totale opbrengsten in de sector). De belangrijkste kosten zijn de kosten gelinkt aan investeringen (gemiddeld 52% van de totale kosten in de sector) en de exploitatiekosten (gemiddeld 27% van de totale kosten in de sector). Over het algemeen wordt een negatieve trend geconstateerd wat betreft de financiële positie van de sector. Hoewel boekhoudkundig nog winst gerapporteerd wordt, blijkt een duidelijke daling in het resultaat tussen 2015 en 2020. De stijging in opbrengsten (13%) is opvallend lager dan de stijging in kosten (45%) over dezelfde periode. De boekhoudkundige resultaten wijzen dus op een winstgevende activiteit voor de sector. Het gebruik van lange afschrijvingstermijnen voor rioleringsinvesteringen (tot 50 jaar) maakt echter dat de boekhoudkundige resultaten slechts een partieel beeld bieden van de financiële positie van de sector. In dit rapport werden daarom aanvullend de huidige en toekomstige kasstromen bekeken.
De intergemeentelijke rioolbeheerders vertonen in de volledige periode tussen 2015 en 2020 kastekorten. De uitgaande kasstromen blijken elk jaar groter te zijn dan de inkomende kasstromen. Aan de kant van de uitgaven vloeit het meeste geld naar investeringen, gemiddeld 63% van de uitgaven. De prognoses qua kasstromen van de rioolbeheerders geven aan dat ze in de toekomst steeds een negatieve kaspositie verwachten. De gemeenten vertonen in 2020 eveneens kastekorten. De prognoses bij de gemeenten duiden wel op een verbetering van de kaspositie in de toekomst. De aanhoudende negatieve kaspositie van de sector is een aandachtspunt omdat mogelijke ‘cash’ tekorten geplande investerings- en onderhoudsritmes onder druk kunnen zetten en kunnen leiden tot toenemende financiële kosten.
Uit het rapport blijkt duidelijk dat reeds belangrijke stappen gezet zijn naar verhoogde financiële transparantie bij de rioolbeheerders. Dit rapport geeft ook verdere inzichten in de overheadkosten, andere operationele kosten, leningen, en investeringen per rioolbeheerder. Toch kunnen er nog verdere afspraken gemaakt worden om te komen tot een meer eenvormige financiële rapportering (o.a. afstemming van definities bij rapporteringen, methodieken, kostenallocatie, afschrijvingstermijnen).
Een externe financiële analyse van de sector levert een momentopname en heeft analytische beperkingen. Het is daarom van belang om de controle- en analysecapaciteit van de economische toezichthouder (VMM) te versterken. Onder impuls van de toezichthouder kan enerzijds de financiële rapportering gekoppeld worden aan beleidsdoelstellingen en kwaliteitsindicatoren (nl. efficiëntie en effectiviteit van de uitgaven) en kan er anderzijds op toegezien worden dat de gemeentelijke saneringsbijdrage uitsluitend voor het beheer en onderhoud van riolering aangewend wordt.