Algemene context
België wordt als kleine en open economie sneller beïnvloed door schommelingen in de wereldconjunctuur dan een economie met minder uitgesproken internationale handel.
Door een analyse van onze prestaties (lopende rekening, buitenlandse handel en marktaandelen) kunnen de comparatieve voor- en nadelen die ons land in de loop van de jaren heeft gerealiseerd in kaart worden gebracht. Er blijkt onder meer dat het marktaandeel van de Belgische uitvoer van goederen in het totaal van de Europese Unie licht daalde in 2019 (7,1 %) tegenover 2018 (7,3 %).
De samenstelling van het bruto binnenlands product en de ontwikkeling van de overheidsfinanciën vervolledigen ons onderzoek naar de algemene context.
Prijs- en kostenconcurrentievermogen
Een gunstig verloop van het prijs- en kostenconcurrentievermogen is belangrijk voor het behoud van onze binnenlandse en buitenlandse marktaandelen. Het blijkt zelfs van doorslaggevend belang in het geval van identieke of substitueerbare producten. Meerdere factoren, zoals loonkosten, productiviteit en energiekosten bepalen of productiekosten competitief zijn.
Uit de analyse blijkt dat de loonkosten per eenheid toenam in 2019 (+1,9 %), doordat de loonkosten sneller stegen (+2,1 %) dan de productiviteit (+0,2 %). Dat gaat ten koste van ons prijsconcurrentievermogen.
Het prijs- en kostenconcurrentievermogen van België en van de drie buurlanden wordt eveneens bepaald door aanvullende indicatoren, zoals de totale factorproductiviteit, de prijzen in de netwerkindustrieën, de inflatie, … die aan bod komen in de boordtabel.
Niet-kostenconcurrentievermogen
Niet enkel prijzen en kosten bepalen het concurrentievermogen van een land. Ook andere factoren kunnen ertoe bijdragen. Innovatie bijvoorbeeld, onder andere gestimuleerd via buitenlandse investeringen, en de digitalisering dragen bij tot vernieuwing en creëren toegevoegde waarde in belangrijke nieuwe domeinen. België klasseert zich daarbij veelal als “strong innovator”, na Nederland, maar voor Duitsland en Frankrijk. In 2018 steeg het aandeel van O&O-uitgaven in het Belgische bbp naar 2,8 %, al bleef ons land daarmee onder de EU 2020-doelstelling van 3 %.
Een gezonde ondernemingsgeest, een gunstig ondernemingsklimaat en de goede marktwerking van netwerkindustrieën dragen eveneens bij tot de bedrijvigheid van een land. Ook menselijk kapitaal is een niet te verwaarlozen factor voor het concurrentievermogen. In dat verband moet onze arbeidsmarkt nog meer geactiveerd worden, en moeten we vooral diversifiëren op het vlak van onderwijs en opleiding.
Duurzame ontwikkeling en sociale cohesie
Het is niet enkel belangrijk dat er gestreefd wordt naar economische groei, maar ook dat die op een duurzame manier wordt gerealiseerd. Energie speelt daarbij een cruciale rol. Duurzaam omspringen met beschikbare energiebronnen en maximaal inzetten op hernieuwbare energie moeten ervoor zorgen dat de impact op het klimaat beperkt blijft. De reeds voelbare klimaatsverandering treft immers niet enkel het leefmilieu, maar heeft ook een impact op het socio-economisch weefsel van ons land.
Het finale energieverbruik per inwoner nam licht af tussen 2008 en 2018. Het verbruik van ons land bedroeg tijdens die periode gemiddeld 3,7 ton olie-equivalent per inwoner.
Ten slotte is het gepast om ook op sociaal vlak te streven naar meer evenwicht en sociale inclusie en zo de welvaart te verhogen.