De unieke stad Brugge is viermaal op de Lijst van het Werelderfgoed ingeschreven (1998: Begijnhof; 1999: Belfort; 2000: Historisch stadscentrum van Brugge; 2009: Heilig Bloedprocessie als immaterieel werelderfgoed).
Wat speelde mee bij de erkenning als werelderfgoed ?
- Brugge heeft waardevol bouwkundig erfgoed, heeft een bijzonder architecturale geschiedenis en is bekend voor zijn baksteengotiek.
- Brugge heeft een authentiek en integer middeleeuws stadsweefsel.
- Brugge is de ‘geboorteplaats’ van de Vlaamse Primitieven.
Rol van de Unesco
In 1972 werden in een Unesco-Conventie de uitgangspunten voor het behoud en de regels voor bescherming van erfgoed bepaald. Het World Heritage Committee (WHC) en het International Council of Monuments and Sites (ICOMOS) worden opgericht om het beheer van het Werelderfgoed op te volgen.
Om te kunnen worden opgenomen op de Unesco-Werelderfgoedlijst moet de Conventie door het (desbetreffend) land zijn ondertekend en moeten de unieke waarden van het erfgoed uitvoerig worden aangetoond.
In 1996 bekrachtigt België de Conventie van 1972. Vanaf dan werden verschillende aanvragen ingediend. De vraag voor opname van de begijnhoven op de Werelderfgoedlijst was de eerste.
Actieplan van de Stad Brugge
Het behoud en beheer van het UNESCO Werelderfgoed Brugge, naast de bescherming van een aantal stadsgezichten, moeten gepaard gaan met het ontwikkelen van een globale visie voor het beheer van de hele binnenstad en de bufferzone. De Werelderfgoedconventie verplicht het opstellen van een aantal noodzakelijke beleidsdocumenten voor het behoud en beheer van Werelderfgoedsites.
- Statement of Outstanding Universal Value
document met kenmerken en criteria die de Uitzonderlijke Universele Waarde uitmaken en die de opname op de Werelderfgoedlijst motiveren.
- Beheerplan of Managementplan
een plan van aanpak van alle verantwoordelijke partijen samen
- State of Conservation
jaarlijks verslag aan Unesco waarin alle beheersdaden en ingrepen van het Stadsbestuur in het werelderfgoed en de bufferzone beschreven worden – reactief antwoord op vragen van het WHC.
Brugge ging verder dan wat Unesco vroeg.
De stad wou namelijk ook onderzoeken wat sinds de opmaak van het Structuurplan voor de historische binnenstad in 1972 veranderd is: hoe is de stad geëvolueerd, welke waren de doelstellingen van toen en hoe moeten zij vandaag geïnterpreteerd worden?
Dit resulteerde in volgende studies :
- Actualisatie van het structuurplan 1972 – registratie van de verandering
- Evaluatie van het structuurplan – thematische richtlijnen
- Strategie voor het Werelderfgoedmanagement
De studie rond de actualisatie van het structuurplan 1972 en de daaruit voortvloeiende evaluatie en strategie zijn ook gebaseerd op volgende beleidsdocumenten :
- Open ruimte beleidsplan
- Toeristisch beleidsplan
Op 6 juli 2012 werden de belangrijkste bevindingen en de krachtlijnen voor het verder beleid voorgelegd aan het College van Burgemeester en Schepenen.
Bijkomende studieopdrachten en planningsinstrumenten moeten leiden tot een heel consequent en duidelijk beheer van de Werelerfgoedsite Brugge.
- Thematische RUP’s Stadslandschappen
Onderzoek naar die elementen die vanuit hun erfgoedwaarde of stadslandschappelijke waarde het stadslandschap van het Werelderfgoed vormgeven en bepalen, en vertaling daarvan in een juridisch afdwingbaar RUP.
- Deelplannen
De deelplannen zijn een gedetailleerd en doorgedreven bouwblokonderzoek waarin naast de historische context en de erfgoedwaardering, ook uitgebreid onderzoek gebeurt naar de actuele functionele en ruimtelijke context
- Herwaarderingsplannen
Een op de toekomstige ontwikkeling gericht beleidsinstrument dat handelingen in de beschermd dorps- of stadsgezichten begeleidt. Dit plan biedt mogelijkheden aan eigenaars binnen het stads- of dorpsgezicht om financiële tussenkomsten te krijgen voor instandhoudingswerken en restauratiewerken voor zover ze de doelstellingen van het herwaarderingsplan ondersteunen.
- Hoogbouwvisie
De hoogbouwnota onderzoekt de potenties rond hoogbouw in Brugge vanuit de doelstelling om de zichtassen op het UNESCO werelderfgoed of vanuit de Werelderfgoedsite te vrijwaren van storende ingrepen.
Adviesorganen
Onroerend Erfgoed Vlaanderen
- doet voorstellen voor opname op de Werelderfgoedlijst van UNESCO
- is verantwoordelijk voor de opvolging van het beleid in alle Werelderfgoedsites in Vlaanderen.
- staat in voor de inventarisatie en de opmaak van beschermingsdossier van waardevolle panden, van stadsgezichten, van landschappen en/of maritiem erfgoed.
Expertencommissie Unesco
De Expertencommissie Unesco (ECU) werd opgericht op 21 oktober 2011 ingevolge de aanbeveling van het World Heritage Committee .
- In een vroeg stadium advies verstrekken over dossiers met impact op de SoOUV “Statement of Outstanding Universal Value” van de door de Unesco aangeduide zone WHP (World Heritage Property), inclusief de bufferzone.
- Begeleiding van de op te maken rapporten voor de Unesco Werelderfgoed Commissie zoals de SoOUV, jaarlijkse SOC (State of Conservation).
- Begeleiding van de stedenbouwkundige opdrachten ivm WHP (herziening structuurplan, opmaak deelplannen, sectoriële RUP’s, stedenbouwkundige verordening ).
- Begeleiding van het beheersplan of management plan, dat aangeeft hoe de OUV zullen gevrijwaard worden en vergroot. Ondermeer dienen criteria opgesteld te worden voor het toetsen van nieuwe projecten en architectuur aan de OUV.
Bespreking van een project of een oriënterend gesprek met een medewerker van de dienst Monumentenzorg & Erfgoedzaken kan enkel na afspraak.