Het klimaatbeleid bij steden en gemeenten krijgt door initiatieven als het Burgemeestersconvenant en Mayors Adapt een sterke impuls. Steden en gemeenten die het convenant ondertekenen, engageren zich om de energie-efficiëntie en het gebruik van duurzame energiebronnen op hun grondgebied te verhogen. Door hun verbintenis beogen de ondertekenaars van het Convenant om hun CO2-uitstoot tegen 2020 met minstens 20% te reduceren. Hiertoe dienen ze binnen het jaar na ondertekening, duurzame energie actieplannen (SEAP’s) op te maken en tweejaarlijks te rapporteren over de voortgang. Een belangrijk onderdeel van dit klimaatbeleid is het investeren in hernieuwbare energie op lokaal niveau.
Voorliggende studie heeft als doel om lokale overheden te ondersteunen bij de uitwerking van hun beleid ten aanzien van de productie van hernieuwbare energie. De Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaamse gemeenten geeft een inzicht in de mogelijkheden en knelpunten wat betreft het hernieuwbare energiepotentieel op het grondgebied van de gemeente. Dankzij een dergelijke atlas kunnen steden en gemeenten hun lokale doelstellingen beter definiëren en bepalen op welke concrete wijze ze bereikt kunnen worden. Gemeenten kunnen een belangrijke rol spelen om de marktintroductie van hernieuwbare energie (HE) te versnellen en van onder uit bijdragen tot de realisatie van de Vlaamse doelstellingen.
Tevens hebben steden en gemeenten nood aan degelijke informatie over de huidige hernieuwbare energieproductie op hun grondgebied zodat ze dit goed kunnen monitoren en aftoetsen met de doelstellingen. Hierbij is het niet langer voldoende om statistieken op gemeenteniveau aan te reiken; steden en gemeenten hebben nood aan gedetailleerde kaarten met de ligging van de verschillende technologievormen.
In deze studie worden gedetailleerde kaarten opgesteld van de huidige hernieuwbare energieproductie, maar ook van het bijkomend potentieel volgens drie varianten: het technisch potentieel, het potentieel volgens het ‘Ruimte voor Energie Vlaanderen 2030’-scenario (REV2030) en het potentieel volgens het ‘Ruimte voor Energie Vlaanderen PLUS 2030’-scenario (REV+2030). De technologievormen die aan bod komen zijn PV, zonneboilers, wind, waterkracht, biomassa en geothermie. Voor de inschatting van het bijkomend potentieel wordt per technologievorm de ruimtelijke positieve en negatieve aanknopingspunten op kaart gezet, zodat duidelijk wordt waar in de gemeente nog ruimte is voor de inplanting van de technologievorm. Telkens worden de verschillende technologievormen en de ruimtelijke randvoorwaarden zo gedetailleerd mogelijk op kaart gezet (resolutie 50m), vertrekkend van de beschikbare basisdata. Wanneer het om confidentiële data gaat, worden de resultaten zodanig geaggregeerd voorgesteld zodat de afspraken gerespecteerd blijven.
De resultaten worden in de studie ook gekaderd ten opzichte van het bruto finaal energieverbruik en ten opzichte van de resultaten van de Warmtekaart Vlaanderen.