MIDAS, het dynamische microsimulatiemodel dat zich richt op de sociale houdbaarheid van pensioenen, heeft de laatste jaren een omvangrijke revisie ondergaan ter verbetering van de validiteit van de projecties. Deze Working Paper doet niet alleen verslag van deze revisie, maar beschrijft ook enkele belangrijke nieuwe modules.
Synthese
Voor de analyse van de sociale houdbaarheid van pensioenen in België maakt het Federaal Planbureau sinds 2009 gebruik van het dynamische microsimulatiemodel MIDAS (Microsimulation for the Development of Adequacy and Sustainability). Dit model maakt hiervoor onder meer gebruik van sommige input van het macro-budgettaire model MALTESE (Model for Analysis of Long Term Evolution of Social Expenditure) van het FPB. Bijgevolg worden de sociale en financiële houdbaarheid van pensioenen bestudeerd binnen een samenhangend kader.
MIDAS heeft de laatste jaren een omvangrijke revisie ondergaan, ter verbetering van de validiteit van de projecties. Deze Working Paper presenteert de huidig versie van MIDAS na deze revisie, en bespreekt ook enkele belangrijke modules die niet eerder werden beschreven. Deze versie werd nog niet gebruikt voor de projecties van armoederisico’s ten behoeve van de Studiecommissie voor de Vergrijzing, maar de simulaties in dit rapport zijn gebaseerd op dezelfde informatie en hypothesen als gebruikt in het 2022 rapport van deze studiecommissie. Voor gedetailleerde en meer technische besprekingen wordt naar de onderliggende rapporten verwezen, die zijn vervat in afzonderlijke bijlagen. Deze beschrijven ook nieuwe ontwikkelingen (zoals de grondig herwerkte gedragsvergelijkingen in het arbeidsmarktblok) die een belangrijke impact hebben op de nieuwe simulatieresultaten, maar die om redenen van leesbaarheid in deze Working Paper slechts beknopt worden behandeld.
Doel van deze Working Paper is vooral een presentatie van MIDAS in zijn huidige vorm en niet van de indicatoren die MIDAS produceert zoals projecties van het armoederisico. Na lezing van de Working Paper zou de lezer zich een oordeel moeten kunnen vormen over de validiteit van dit model op basis van de tussenliggende resultaten van de afzonderlijke modules waaruit het model is opgebouwd. De nadruk ligt hierbij minder op de gebruikte methoden en technieken.
Deze Working Paper start met een algemene beschrijving van het opzet van MIDAS, de verschillende onderdelen en de basisfilosofie van het model. De projecties van de bevolking en de samenstelling van de huishoudens (door Statbel en FPB), en van de arbeidsmarkt en de lonen (door het model MALTESE) vormen het raamwerk waaraan de MIDAS-simulaties zijn opgehangen, door middel van de zogenaamde ‘alignering’. Binnen dit raamwerk wordt ernaar gestreefd bestaande sociaal-economische verschillen naargelang onder meer onderwijsniveau en migratiestatus te behouden. Hierbij spelen gedragsvergelijkingen een cruciale rol.
De basisgegevens voor MIDAS, die betrekking hebben op het jaar 2011, zijn voornamelijk afkomstig uit diverse instellingen van de sociale zekerheid via het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming (DWH AM&SB). Ze worden aangevuld met fiscale variabelen uit de IPCAL database (van De Federale Overheidsdienst Financiën) en enkele gegevens uit de administratieve Census van 2011. Na selectie van bruikbare cases omvat de steekproef 553 722 individuen. De bewerkingen op deze gegevens, inclusief de weging, worden kort beschreven. Een update van deze gegevens op basis van administratieve data voor 2017 is in bewerking. Merk op dat de verdeling van de bevolking over sociaaleconomische categorieën, evenals de lonen voor de periode 2012-2020 op macro-economische observaties gealigneerd worden.
Een belangrijke innovatie ten opzichte van vorige versies van het model is de modellering van internationale emigratie en immigratie. Hiermee wordt voorkomen dat het profiel van de bevolking in de loop van de simulatie steeds meer aan representativiteit zou inboeten. Immigranten hebben immers een ander sociaal-economisch profiel dan autochtonen.
Een tweede methodologische verbetering in MIDAS 2.0 die in deze Working Paper besproken wordt, is de aansluiting van de samenstelling van de huishoudens in het model aan de projecties van de LIPROposities (positie van individuen binnen huishoudens) die het FPB produceert. Ook de modules inzake de arbeidsmarktposities (die naast de werkenden per statuut ook onder meer werklozen, invaliden en gepensioneerden omvatten) zijn grondig herzien, met het doel de geprojecteerde transities tussen verschillende posities zoveel mogelijk in overeenstemming te brengen met de observaties uit het DWH AM&SB. Zowel bij de modellering van de LIPRO-posities als van de arbeidsmarktposities staat de betrachting centraal om de bestaande verschillen tussen personen met verschillende onderwijsniveaus en tussen immigranten en autochtonen te behouden, door middel van (logistische) gedragsvergelijkingen.
De pensioenmodule is het hart van dit model dat zich richt op de sociale houdbaarheid van pensioenen. Deze module berekent de wettelijke rust- en overlevingspensioenen per stelsel op basis van de gesimuleerde loopbanen. De projectie van de Inkomensgarantie voor ouderen (IGO) is grondig gereviseerd, terwijl ook de pensioenen van buitenlandse oorsprong van immigranten nu worden geprojecteerd.
De uitkeringen voor invaliditeit, werkloosheid, werkloosheid met bedrijfstoeslag en het leefloon worden gesimuleerd, zoals ook in vorige versies van het model het geval was. De simulatie van de kinderbijslag is aangepast aan de regionalisering van deze uitkering. Nieuwe modules projecteren de volgende inkomenscomponenten: uitkeringen bij loopbaanonderbreking, de Inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT), en de Tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB). De belastingmodule van MIDAS, waar in de loop van de tijd een veelheid van – vaak zeer technische – verbeteringen zijn aangebracht, wordt gevalideerd aan de hand van een vergelijking met gegevens uit het DWH AM&SB en de IPCAL databank.
De werking van de verschillende onderdelen van MIDAS wordt geïllustreerd aan de hand van de tussenliggende resultaten van deze modules. Gegeven het doel van deze Working Paper, zoals hierboven omschreven, komen de uiteindelijke resultaten in termen van armoederisico's en inkomensongelijkheid niet aan de orde in deze Working Paper. In een volgende Working Paper, die zal uitkomen in het voorjaar van 2023, zullen deze geprojecteerde evoluties uitgebreid beschreven en verklaard worden.