Vlaanderen is vandaag weliswaar een welvarende regio, maar dat is geen garantie voor onze toekomstige welvaart. Andere regio’s staan immers ook niet stil en reageren elk op hun manier op de uitdagingen van globalisatie, transformatie van de economie, klimaatproblemen en dergelijke.
Met ‘Flanders Outlook’ wil de Studiedienst van de Vlaamse Regering de positie van het Vlaams Gewest binnen 131 Europese regio’s monitoren. Dit gebeurt aan de hand van indicatoren op het vlak van economie, arbeidsmarkt en innovatie. Lacunes in verband met de beschikbaarheid van data op Europees regionaal vlak zijn er verantwoordelijk voor dat er nog geen goed uitgewerkte indicatorenset bestaat voor milieu- en sociale aspecten. De belangrijkste databron voor de gegevens is Eurostat.
‘Flanders Outlook’ is geen exhaustieve analyse van de socio-economische positie van alle 131 regio’s. Het wil veeleer die regio’s opsporen die een belangrijke stap voorwaarts gezet hebben in de ontwikkeling van een innovatieve economie. Daartoe werd in eerste instantie op basis van de innovatieve indicatoren een set van benchmarkregio’s bepaald. Deze set bestaat uit:
- Denemarken
- Baden-Württemberg
- Beieren
- Baskenland
- Midi-Pyrénées (Fr.)
- Oost-Nederland
- West-Nederland
- Zuid-Nederland
- Finland
- Zweden
- North West (V.K.)
- Eastern (V.K.)
- South East (V.K.)
- South West (V.K.)
- Schotland
Het Vlaams Gewest had in 2006 een bbp van 27.859 euro per inwoner, uitgedrukt in koopkrachtpariteiten. Daarmee stond het 9de in de lijst van benchmarkregio’s. Dit was onveranderlijk zo sedert 2003. Een hoge arbeidsproductiviteit is onmiskenbaar een troef voor Vlaanderen (3de plaats tussen de benchmarkregio’s). Dit is minder het geval voor de werkgelegenheidsgraad of het aandeel van de bevolking op beroepsactieve leeftijd. Met een gemiddelde reële economische groei van 2% per jaar bevindt Vlaanderen zich zowat in het midden van het peloton van benchmarkregio’s.
Volgens de Eurostat-definitie bedroeg de werkzaamheidsgraad 66,5% in het Vlaamse Gewest anno 2008. Hiermee staat Vlaanderen achteraan in het lijstje van de benchmarkregio’s. Dat is dus duidelijk een verbeterpunt. De relatief lage werkzaamheid in de oudere leeftijdscategorie van 55-64 jaar is daar niet vreemd aan. Anderzijds is de werkloosheidsgraad relatief laag in Vlaanderen: enkel 4 benchmarkregio’s doen het hier beter.
Vlaanderen heeft met een hoogopgeleide beroepsbevolking een belangrijke troef voor de ontwikkeling tot een innovatiegerichte economie. In 2008 had 37% van de werkenden een tertiair opleidingsniveau, goed voor een 3de plaats tussen de benchmarkregio’s. Maar het relatief lage niveau van levenslang leren of van nieuw ondernemerschap zijn opnieuw aandachtspunten. Verder scoort Vlaanderen matig op het vlak van onderzoek & ontwikkeling, tewerkstelling in kennisintensieve sectoren en patentaanvragen.