Dit meerjarenprogramma, dat gebaseerd is op een publieke consultatie, bevat vijf belangrijke beleidsdoelstellingen die de samenwerking tussen de drie landen van 2021 tot 2024 zullen sturen.
Met het oog op de opstelling van dit nieuwe meerjarenprogramma had het Secretariaat-Generaal van de Benelux Unie alle geïnteresseerden uitgenodigd om via een digitaal platform ideeën in te dienen. Dit overleg heeft een groot aantal voorstellen opgeleverd en heeft bijgedragen tot de definitieve vaststelling van het door de drie regeringen goedgekeurde programma. Een langetermijnplan dat in het kader van de COVID-19-pandemie is uitgewerkt, die aantoonde dat het voor de drie landen van belang is te kunnen rekenen op ‘een slagvaardige en wendbare Benelux Unie in tijden van onzekerheid’. De COVID-19-crisis heeft aangetoond dat kennisuitwisseling van essentieel belang is en dat overleg en samenwerking zeer belangrijk zijn.
Het meerjarenprogramma, dat is gebaseerd op de drie kernthema’s van de Benelux Unie en is onderverdeeld in vijf onderling samenhangende krachtlijnen, biedt een solide basis om de landen de komende jaren te ondersteunen bij de uitvoering van innovatieve samenwerkingsprojecten die als inspiratiebron voor de EU kunnen dienen en grensbelemmeringen kunnen wegnemen om het welzijn van de burgers te verbeteren en het concurrentievermogen van het bedrijfsleven te vergroten. Daarnaast wil de Benelux Unie zich profileren als een platform waar ervaringen kunnen worden uitgewisseld en oplossingen kunnen worden gevonden, met name voor de specifieke praktische noden van burgers en bedrijven in de grensgebieden van de Benelux Unie.
Dynamisch plan en aanbod
Het meerjarenprogramma is net als haar aanbod dynamisch en zal blijven inspelen op de behoeften van een regio die leeft en zich steeds verder ontwikkeld. Een tussentijdse evaluatie zal het mogelijk maken rekening te houden met een steeds wijzigende realiteit.
Het aanbod van de Benelux-samenwerking is meer dan ooit gericht op concrete en praktische voordelen voor burgers en bedrijven, zoals de vermindering van de lastendruk, aandacht voor prijsverschillen in de detailhandel, een grenzeloze arbeidsmarkt met wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties en een betere grensoverschrijdende toegang voor burgers tot digitale goederen en diensten. Bovendien leidt de recente crisis tot een nieuwe kijk op grensoverschrijdend telewerken en de fiscale gevolgen daarvan.
Van zodra in werking getreden zal het nieuwe Benelux-Politieverdrag een concrete impact hebben op de veiligheid van de burgers en de strijd tegen de grensoverschrijdende georganiseerde misdaad. Daarnaast zal Benelux ook inzetten op andere aspecten van veiligheid zoals voedselveiligheid of cyberveiligheid met bijzondere aandacht voor digitale zwendel en oplichting bij internetverkoop. De Benelux Unie is ook vastbesloten om de grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van het gezondheidsbeleid en dringende medische hulp te intensiveren. Het elektronisch Benelux-patiëntendossier is een eerste stap.
In haar aanpak vergeet de Benelux Unie niet dat zij, binnen de Europese Unie, bijdraagt tot het aangaan van en anticiperen op uitdagingen zoals samenwerking op energiegebied, klimaatverandering en milieubescherming. De Benelux Unie zet zich dan ook ten volle in voor de overgang naar een meer duurzame samenleving en draagt zo bij tot de Europese ambities om een ‘klimaatneutraal, groen, rechtvaardig en sociaal Europa te bouwen’. Er wordt ook gewerkt aan de bevordering van schoner vervoer door de ontwikkeling van een grensoverschrijdende infrastructuur voor elektrische voertuigen, en meer in het algemeen aan het stimuleren van grensoverschrijdende multimodaliteit van particulier en openbaar vervoer.
De Benelux-landen zullen ook blijven samenwerking met de buurlanden en internationale partners. Zo zal de samenwerking met Noordrijn-Westfalen worden geïntensiveerd en zal de grensoverschrijdende samenwerking met Frankrijk (bv. op het gebied van crisisbeheersing) en met la ‘Grande Région’ en de samenwerking met andere regionale organisaties, zoals de Nordic Council en de Baltische staten, worden voortgezet (bv. op het gebied van digitalisering, circulaire economie en hoger onderwijs met erkenning van diploma's).