Onder invloed van de transitie zullen er in bepaalde sectoren banen verdwijnen, bestaande banen zullen transformeren en nieuwe banen Onder invloed van de transitie zullen er in bepaalde sectoren banen verdwijnen, bestaande banen zullen transformeren en nieuwe banen zullen gecreëerd worden om aan de behoeften van de transitie te voldoen. Het rapport wil mechanismen in kaart brengen om ervoor te zorgen dat de arbeidsmarkt de klimaattransitie ondersteunt en dat de vaardigheden beschikbaar zijn om die transitie tot een succes te maken. Het beoogt ook de meest kwetsbare personen te beschermen door hun toegang tot kwaliteitsbanen te garanderen via opleiding en omscholing.
In het rapport, dat werd gepresenteerd in het kader van de conferentie over een rechtvaardige transitie in België, worden meer dan twintig verschillende actielijnen voorgesteld om de actoren en de politieke besluitvormers bij de transitie te ondersteunen. Het werd opgesteld door een consortium van deskundigen van CLIMACT, HIVA - KULeuven en LENTIC - ULiège op basis van een uitgebreide literatuurstudie en drie casestudies over de circulaire economie in Vlaanderen, de digitalisering in Wallonië en de renovatie van gebouwen in Brussel.
Een reeks megatrends, zoals digitalisering en demografische veranderingen, spelen een rol op de arbeidsmarkt. Ze interageren met de klimaattransitie en bieden kansen om in te spelen op de behoeften van de transitie, maar houden ook risico's in voor de realisatie ervan, die opgevolgd en beperkt moeten worden.
Met het juiste steunkader kan de klimaattransitie een netto positief effect hebben op de werkgelegenheid in België.
De sectoren die door de klimaattransitie worden getroffen, kunnen ongeveer de helft van alle banen in België vertegenwoordigen (de rechtstreeks getroffen sectoren zijn goed voor 25% van de banen, de indirect getroffen sectoren voor 20%).
De impact van de klimaattransitie op de werkgelegenheid verschilt per sector in België. De dienstensector en de bouwsector zullen tussen nu en 2030 naar verwachting de grootste toename van de werkgelegenheid kennen, gevolgd door de be- en verwerkende industrie, het vervoer, de communicatie en de landbouw. In de energiesector zou een licht nettoverlies aan banen kunnen optreden. Niettemin maskeert dit de groei van banen in de hernieuwbare energiesector.
De transformatie van de Belgische economie zal nieuwe vaardigheden vereisen, zowel voor bestaande beroepen als voor opkomende beroepen die verband houden met het leefmilieu.
De vaardigheden kunnen verschuiven van koolstofintensieve naar koolstofarme activiteiten, mits passende steun, waardoor een omscholing wordt vergemakkelijkt en de werkloosheid wordt teruggedrongen terwijl wordt voldaan aan de behoeften van groene activiteiten. Voor de overheid is in dit proces een sleutelrol weggelegd.
De klimaattransitie moet alle vaardigheidsniveaus ten goede komen: op korte termijn zal zij meer hooggeschoolde werknemers bevoordelen, terwijl zij op middellange en lange termijn banen zal scheppen voor laag- en middengeschoolde werknemers.
Er zijn ingrijpende beleidswijzigingen nodig om de transformatie van de arbeidsmarkt te begeleiden en een eerlijke verdeling van de impact van de klimaattransitie te verzekeren. Om dit te bereiken is het belangrijk om lerenden en opleiders de nodige vaardigheden bij te brengen, de herscholing en bijscholing van werknemers te ondersteunen, werknemers aan te trekken voor banen die verband houden met de klimaattransitie, fatsoenlijke arbeidsomstandigheden te garanderen en de samenwerking tussen belanghebbenden te versterken.
De voorstellen in het rapport omvatten het toevoegen van klimaat- en duurzaamheidsmodules aan onderwijscurricula, het verbeteren van de toegang tot opleiding, het centraliseren van informatie over werk- en opleidingsmogelijkheden, het bevorderen van de werkgelegenheid voor vrouwen en buitenlandse werknemers in de transitiesectoren en het verbeteren van de samenwerking tussen overheidsniveaus en de privatee en publieke sector.