Vlaanderen is één van de meest verharde gebieden van Europa. Dit leidt onder meer tot een groter risico op overstromingen, minder waterinfiltratie, hitteproblemen in stads- en dorpskernen, minder CO2-opslag door planten en de bodem, en een verlies aan biodiversiteit. Het duurzaam omgaan met de ruimte staat dan voorop om een gezonde leefomgeving te realiseren en de klimaatuitdagingen aan te gaan. Zo formuleert het Lokaal Energie- en Klimaatpact de doelstelling om 1 m² per Vlaming te ontharden vanaf 2021 t.e.m. 2030 (= 6,6 miljoen m² ontharding). Ontharding en het vermijden van bijkomende verharding vormen eveneens een belangrijk onderdeel binnen de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV).
Om de voortgang van ontharding en ook de bouwshift te monitoren is er nood aan jaarlijkse en fijnmazige bodemafdekkingskaarten van Vlaanderen. Tot nu toe was de Bodemafdekkingskaart (BAK) van Digitaal Vlaanderen het enige beschikbare product over verharding in Vlaanderen. De BAK wordt echter slechts om de drie jaar gemaakt en vertoont onnauwkeurigheden die haar minder geschikt maken voor ruimtelijk expliciete analyses. Daarom ontwikkelde het Departement Omgeving een methode om automatisch een jaarlijkse bodemafdekkingskaart (JaarBAK) te genereren.
Het Witboek Beleidsplan Ruimte definieert ‘bodemafdekking’ als de oppervlakte waarvan de aard en/of toestand van het bodemoppervlak gewijzigd is door het aanbrengen van artificiële, (semi-)ondoorlaatbare materialen van gebouwen, wegen, parkings …, waardoor essentiële ecosysteemfuncties van de bodem verloren gaan. Deze definitie is gebaseerd op de definitie die de Europese Commissie hanteert voor ‘soil sealing’: ‘the destruction or covering of soils by buildings, constructions and layers of completely or partly impermeable artificial material (asphalt, concrete, etc.). It is the most intense form of land take and is essentially an irreversible process’.
Conform de definitie hierboven werd voor deze studie gekozen om het bedekken van de bodem met kunstmatige materialen als bodemafdekking te beschouwen. Hierbij werd geen rekening gehouden met de waterdoorlaatbaarheid van het materiaal.
Belangrijkste conclusies
- Er werden definitieve jaarlijkse bodemafdekkingskaarten bekomen voor 2013 t.e.m. 2020 en een voorlopige jaarlijkse bodemafdekkingskaart voor 2021, zowel op 1 m- als 5 m-resolutie. Deze kaarten overtreffen de kwaliteit van de Bodemafdekkingskaart (BAK) van Digitaal Vlaanderen met een hoge nauwkeurigheid van ca. 98%.
- De gemiddelde bodemafdekkingsgraad die uit de JaarBAK-kaarten kan afgeleid worden volgt dezelfde stijgende trend als in eerder statistisch onderzoek, wat een goede indicatie vormt voor hun kwaliteit.
- De jaarlijkse bodemafdekkingskaarten laten eveneens toe om de jaarlijkse nieuwe verharding, ontharding en nettoverharding te bepalen t.o.v. het voorgaande jaar. Hieruit blijkt dat jaar na jaar wel degelijk ontharding plaatsvindt, maar dat deze steeds gecompenseerd wordt door een groter aandeel nieuwe verharding.
- Eén van de belangrijke BRV-doelstellingen is om tegen 2050, met 2015 als referentiepunt, de verhardingsgraad in de bestemde open ruimte te verlagen met 20%. Dit komt neer op een afname met zo’n 9.000 ha. De evolutie van verharding binnen de bestemde open ruimte toont echter een stijgende trend (+2.000 ha tussen 2015 en 2020) die zich verwijdert van het streefdoel.