De kermis is heel oud en van alle tijden. Tegenwoordig gebruiken we de termen ‘foor’ en ‘kermis’ door elkaar, maar dat was niet altijd zo.
De foor is de middeleeuwse jaarmarkt. De kermis komt van ‘kerkmis’, of de herdenking van de wijding van de parochiekerk.
Oorspronkelijk focusten de jaarmarkten natuurlijk op handel, maar je zag er ook andere deelnemers. Denk aan entertainers, mensen die iets tentoonstelden, … Iedereen die een centje wou bijverdienen. Vanaf de zestiende eeuw verschenen allerlei attracties en bezienswaardigheden op de foren. Het religieuze aspect begon weg te vallen en de focus verschoof naar diversifiëring en innovatie. Dat was ook de start van foorreizigers die van gemeente naar gemeente reisden. De mechanische attracties kwamen pas in het begin van de negentiende eeuw.
Niet alleen de attracties hebben een evolutie doorgemaakt, ook de kermisgastronomie was niet altijd mierenzoet. Het zoete is pas eind negentiende, begin twintigste eeuw opgedoken. Daarvoor boden kermissen vooral hartig eten aan, zoals gezouten vis, wulken in pikante bouillon en mosselen. Ook de frietkramen waren er al vroeg bij en meteen een succes. Pas toen suiker goedkoper werd, groeide het aanbod zoetigheden op de kermis: suikerspin, pomme d’amour en smoutebollen met suiker.
De kermiscultuur is erkend immaterieel erfgoed in Vlaanderen.
Gemeenten hebben niet alleen een belangrijke invloed op de organisatie van die kermisactiviteiten, ze organiseren ze ook vaak zelf. Denk maar aan de drukbezochte foren in de centrumsteden. Zowel foorreizigers als de lokale besturen hebben baat bij een succesvolle kermis die goed georganiseerd is. Maar net als de detail- en ambulante handel, staan ook kermissen voor uitdagingen.
De wetswijziging op 1 april 2024 zorgt voor een vereenvoudiging van de regelgeving. Het wordt eenvoudiger om het beroep van foorreiziger op te starten omdat de kermiskaart en de leurkaart voor kermisgastronomie niet langer verplicht zijn in Vlaanderen.
Het beroep krijgt ook meer rechtszekerheid doordat de minimumopzegtermijn langer wordt bij het definitief opheffen van een standplaats met abonnement op de openbare kermissen. De hervorming op 1 april 2024 laat ook maatschappen toe een standplaats op een kermis te bemachtigen.
In elke Vlaamse gemeente moeten dezelfde gemeenschappelijke regels gevolgd worden. Dat was en blijft zo. Al worden er een beperkt aantal van die regels geactualiseerd. De gemeenschappelijke regels weerhouden gemeenten niet om een eigen beleid rond kermissen te voeren op hun grondgebied.
Het gemeentelijk reglement is bepalend voor de organisatie van kermisactiviteiten op het grondgebied van steden en gemeenten. De wijzingen aan de wetgeving op 1 april 2024 maken dat ook de gemeentelijke reglementen moeten worden aangepast.
De wetswijziging hebben we aangegrepen om steden en gemeenten een duwtje in de rug te geven om hun organisatie van hun kermissen verder te digitaliseren. We hebben een raamovereenkomst voorzien voor een bestaande tool. Steden en gemeenten die daar voor eind 2026 gebruik van maken en een contract aangaan voor 4 jaar, geven we een financiële stimulans.
Het is aan de lokale besturen en de foorreizigers om deze vernieuwde regelgeving optimaal te benutten. Dialoog en samenwerking tussen gemeenten en foorreizigers zullen dit alleen maar versterken.
Deze brochure helpt de lokale besturen alvast op weg en maakt je wegwijs in de wetgeving.