Klimaatverandering vormt een belangrijke uitdaging zowel op milieu- als op economische en sociaal vlak, en vraagt dan ook om meer aandacht in beleidsvorming en - evaluatie en in besluitvorming.
DG Leefmilieu van de FOD VVVL wil de toepassing van de “wet van 1999” en de “wet van 2006” – nadat ze een aantal jaren werden toegepast - verbeteren met het oog op de samenhang en op de bescherming van het milieu. Daarom werd dit specifiek guidance document ontwikkeld - ter attentie van de auteurs van strategische milieubeoordelingen, de auteurs van plannen en programma’s en de auteurs van effectenstudies op zee - om ervoor
te zorgen dat er meer rekening wordt gehouden met klimaat in deze strategische milieubeoordelingen en effectenstudies.
Deze actie past ook in het kader van het project voor federale bijdrage aan het Nationaal
Adaptatieplan, van de nationale biodiversiteitsstrategie en van de aanbevelingen van SERES in zijn rapport van 2015, opgesteld op vraag van FOD VVVL, met het oog op een hervorming van de ‘SEA’-wet.
In dit guidance document werd rekening gehouden met de elementen van goede praktijk in relevante internationale en buitenlandse guidance documenten. Dit document bevat informatie over gegevens die kunnen gebruikt worden bij het behandelen van het thema “klimaat” binnen milieueffectrapportage en over het van toepassing zijnde beleid en de van toepassing zijnde regelgeving. Het geeft ook een reeks aandachtspunten mee voor de
manier waarop in milieueffectrapportage best wordt omgegaan met het bestuderen van de effecten van een plan of project op het klimaat, en de effecten van klimaatverandering op een plan of project.
Deze guidance kwam tot stand als onderdeel van een opdracht die als doelstelling had guidancedocumenten te ontwikkelen, zowel voor het thema klimaat als voor het thema biodiversiteit. Er zijn immers duidelijke verbanden tussen beide. Klimaatverandering heeft potentieel een grote invloed op biodiversiteit, en dat geldt ook voor (beleids)maatregelen die genomen worden in het kader van klimaatmitigatie en van adaptatie aan klimaatverandering.
Bovendien heeft biodiversiteit een duidelijke rol te spelen zowel bij adaptatie- als bij mitigatiemaatregelen.
Voorliggende guidance met betrekking tot het thema klimaat vormt dus een deel van de output van de beschreven opdracht; daarnaast werd ook een aparte guidance met betrekking tot het thema biodiversiteit ontwikkeld, en werden het scopingsdocument en het toelichtingsdocument voor scoping in het kader van federale strategische milieueffectrapportage geactualiseerd op basis van de inzichten opgenomen in deze guidances.
Beide guidances kwamen samen tot stand, werden opgesteld door experten binnen dezelfde studiegroep, en werden begeleid door hetzelfde begeleidingscomité, samengesteld uit vertegenwoordigers van onder meer de bevoegde federale en gewestelijke overheden. Het bevragen van actoren, het uitvoeren van een literatuurstudie, de zoektocht naar “best practices” en het realiseren van een brede web-enquête gebeurden grotendeels in functie van beide documenten samen. Op die manier werd coherentie gezocht in de filosofie, structuur en diepgang van beide documenten. Kleine verschillen in structuur tussen beide documenten zijn uiteraard niet te vermijden en zijn eigen aan de specifieke thematiek die behandeld wordt.
Deze guidance focust specifiek op de manier waarop het thema klimaatverandering een plaats kan krijgen in milieueffectrapportage. Daarbij wordt aangenomen dat algemene methodologische en procedurele aspecten eigen aan het instrument “milieueffectrapportage” gekend zijn. Deze guidance heeft dus niet als bedoeling een handleiding te zijn voor het schrijven van een milieueffectrapport