Klimaatplan Stad Ieper - Stad Poperinge

In 2015 ondertekenden de steden Ieper en Poperinge het Burgemeestersconvenant 2020. Hiermee engageerden de steden zich tot een besparing van 20% op onze CO2-uitstoot tegen 2020. In 2016 werd daartoe een eerste gezamenlijk klimaatplan opgemaakt.

Het vervolg is het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie 2030 om 40 % CO2 te besparen. Nieuw aan dit Burgemeestersconvenant 2030 is dat de steden zich niet alleen engageren om de klimaatverandering te beperken, maar ook om maatregelen te nemen om…

In 2015 ondertekenden de steden Ieper en Poperinge het Burgemeestersconvenant 2020. Hiermee engageerden de steden zich tot een besparing van 20% op onze CO2-uitstoot tegen 2020. In 2016 werd daartoe een eerste gezamenlijk klimaatplan opgemaakt.

Het vervolg is het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie 2030 om 40 % CO2 te besparen. Nieuw aan dit Burgemeestersconvenant 2030 is dat de steden zich niet alleen engageren om de klimaatverandering te beperken, maar ook om maatregelen te nemen om onze samenleving aan te passen aan gevolgen van klimaatverandering (zoals droogte, overstroming, hitte, …).

Een besparing weergeven van het aantal CO2 is niet eenvoudig te berekenen op actieniveau.
Hiervoor werken we met aannames per thema. Bij het thema energie & comfortabel wonen wensen we 70 % van de besparing te realiseren. Bij het thema verplaatsingen & levendige kernen wensen we 20 % te besparen. Bij thema 3 consumeren & lokale troeven wordt dit 5 % en voor thema adaptatie & verhoogde veerkracht wordt dit 5 %.

De steden Ieper en Poperinge werken opnieuw samen en formuleren hun vernieuwde ambities en mogelijke lokale klimaatacties in dit tweede klimaatplan. Hierover werden in 2021 participatiemomenten georganiseerd in samenwerking met Ecolife vzw en Provincie West-Vlaanderen in het kader van de “Gemeente van de toekomst”. De volgende jaren willen we dit klimaatplan nauwgezet opvolgen door minstens om de 2 jaar een klimaatraad te organiseren.

Onverminderd het voornemen om de doelstelling maximaal te behalen tegen 2030, dient bij het uitvoeren van dit plan steeds rekening gehouden te worden met de financiële en technische haalbaarheid alsook met de impact op de personeelsinzet. In functie van actuele tendensen en evoluties kunnen andere acties worden uitgerold of aanpassingen worden doorgevoerd op aangeven van het respectievelijke College van Burgemeester en Schepenen.

In dit Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie 2030 wordt meermaals ook verwezen naar het Vlaams klimaatpact gezien beide documenten voor onze steden als een geïntegreerd geheel te lezen zijn. Een aantal van de voorgestelde acties in het burgemeestersconvenant geven op die manier immers uitvoering aan het Vlaams klimaatpact.