Oorspronkelijke titel: Advies over het Vlaams Actieplan Pesticidengebruik: Vlaams Actieplan Duurzaam Pesticidengebruik 2023-2027
Bron:minaraad.be
24-10-2022
Publicatiejaar: 2022
Editie: 016 (8 sep)
Aantal pagina's: 36
In zijn quasi-unanieme advies stelt de Minaraad vast dat er bij de inzet van gewasbeschermingsmiddelen diverse maatschappelijke belangen aan de orde zijn, die met elkaar op gespannen voet kunnen staan: volksgezondheid, biodiversiteit, voedselzekerheid en de economische waardeketen. Vanuit zijn taakstelling geeft de Raad een korte appreciatie bij die diverse belangen. Hoewel er op het terrein negatieve impacts geconstateerd worden, lopen de inschattingen over deze effecten uiteen, wat maakt dat…
In zijn quasi-unanieme advies stelt de Minaraad vast dat er bij de inzet van gewasbeschermingsmiddelen diverse maatschappelijke belangen aan de orde zijn, die met elkaar op gespannen voet kunnen staan: volksgezondheid, biodiversiteit, voedselzekerheid en de economische waardeketen. Vanuit zijn taakstelling geeft de Raad een korte appreciatie bij die diverse belangen. Hoewel er op het terrein negatieve impacts geconstateerd worden, lopen de inschattingen over deze effecten uiteen, wat maakt dat het nodig is blijvend in te zetten op monitoring en onderzoek, en op de toepassing van het voorzorgsbeginsel zoals geïmplementeerd met de Richtlijn Duurzaam gebruik en met inachtneming van de mededeling van de Commissie over dat voorzorgsbeginsel. Voor de Raad moet hierbij meer worden ingezet op doelgroepgericht beleid en op het implementeren van de prioriteitsvolgorde zoals aangegeven in artikel 5, van het Pesticidendecreet. De Minaraad geeft commentaar en suggesties bij een 25-tal van de in het ontwerpplan voorgestelde acties. Trefwoorden hierbij zijn onder meer: verbeterde communicatie, opleiding en bijscholing; handhaving van maatregelen inzake verkoop en passende communicatie in dat verband; evaluatie en verbetering van de geldende regelgeving; krachtiger inbreng door het Vlaamse Gewest bij federale en Europese ontwikkelingen; een meer ambitieuze driftreductiedoelstelling; adequate promotie van de steunregelingen; beter gebiedsgericht beleid in verband met kwetsbare gebieden en een eenduidige oplossing voor de kwestie van de bufferzones; een meer efficiënte doorvoering van geïntegreerde gewasbescherming. Wat de procedurele en planmatige aspecten aangaat, vraagt de Minaraad onder meer om de relatie van het plan en zijn voorgangers te verduidelijken, en om te onderzoeken of een MER en passende beoordeling vereist zijn – en die zo nodig door te voeren. Het lijkt erop dat de structuur van het plan niet beantwoordt aan wat gevraagd wordt door de Richtlijn Duurzaam gebruik of de geldende Vlaamse reglementering. Een kwantificatie van doelstellingen en de introductie van bruikbare indicatoren is nodig. De Minaraad formuleert diverse aandachtspunten inzake de relatie met de stroomgebiedsbeheerplannen, met het landbouwbeleid en met het Vlaams Natura-2000 beleid. De Minaraad wijst erop dat de Europese Richtlijn Duurzaam Gebruik, die het uitgangspunt vormt van dit plan, betrekking heeft op gewasbeschermingsmiddelen. Het Nationaal Plan (NAPAN) heeft eveneens gewasbeschermingsmiddelen als voorwerp, maar had in een vorige versie ook biociden als voorwerp. Het Vlaamse plan hoort evenwel, aldus het Pesticidendecreet, zowel op gewasbeschermingsmiddelen als biociden te slaan. De Raad vraagt verduidelijking en stroomlijning inzake deze incongruentie. Boerenbond, Unizo en VOKA wensen zich in dit advies enkel uit te spreken over gewasbeschermingsmiddelen, omdat op grond van de richtlijn dit het eigenlijk bereik hoort uit te maken van het voorliggende plan. Ze onthouden zich dan ook bij de aanbevelingen met betrekking tot biociden.