Het beheerplan voor het waterwingebied ‘De Westhoek’ maakt deel uit van het Natuur- en bosbeheerplan voor de Oosthoekduinen, het Calmeynbos en de Krakeelduinen.
Met het beheerplan wil Aquaduin verdergaan op de ingeslagen weg.
Door de aandacht voor natuur en de duurzame manier van waterwinning nemen de natuurwaarden in dit gebied stelselmatig toe.
Samen met enkele ingrepen ten behoeve van de recreatie verhoogt dit tevens de belevingswaarde voor de bezoeker.
In het nieuwe beheerplan wordt voor het Calmeynbos een integraal beheer voorgesteld waarin een stijging van het percentage dood hout wordt nagestreefd en er gekozen wordt voor bosverjonging.
Bosverjonging wordt gestimuleerd door de dominantie van Gewone esdoorn tegen te gaan waardoor zich een natuurlijke verjonging van andere soorten (Zomereik, Haagbeuk, Winterlinde, Fladderiep,...) zal voordoen.
Bij bosomvorming werd gekozen voor kaalkap met spontane verbossing of aanplanting.
Soorten als Hemelboom en Ontariopopulier worden gekapt, waarna een spontane verbossing ingewacht wordt.
Kaalkap en beperkte bijplanting gebeurde reeds op de plaatsen waar UNAL-populieren gekapt werden, de aanplanting gebeurde daar met inheems loofhout.
Er wordt gestreefd naar een belangrijk aantal open plekken in het bos door het toepassen van hakhoutbeheer.
Daarnaast zal het stijgend aantal windgevoelige soorten zoals Canadapopulier en Grauwe abeel in de toekomst voor meer windvalgaten zorgen, die open plekken in het bos creëren.
De interessante maar verbossende mosduintjes worden ontbost en blijvend open gehouden. Ter hoogte van deze open plekken zullen belangrijke gradiënten en bosranden ontstaan.
Langs de externe bosranden van het Calmeynbos wordt een spontane bosrandontwikkeling nagestreefd.
Vanuit de duinrand verspreiden soorten als Witte abeel, Gewone esdoorn en Amerikaanse vogelkers zich gemakkelijk in het mosduin.
Om een sluipende verbossing van deze duinen te verhinderen, worden deze soorten daar gekapt.
In de Krakeelduinen worden in het kader van een mosduinbeschermend beheer de resterende exoten geveld. Het betreft hier Gewone esdoorn, Witte abeel en Ontariopopulier.
Om het herstellen van de vorm van het centrale paraboolduin mogelijk te maken werden de betonbaantjes verwijderd zodat het zand er weer vrijer kan stuiven en het landschap weer natuurlijker werd door het verdwijnen van de lanenstructuur.
De recreatieve paden werden hertekend en komen hierdoor beter tegemoet aan de wensen van de recreant en aan het behoud van de natuurwaarden van het gebied.
In de Krakeelduinen wordt sinds eind juli 2009 geen water meer opgepompt. Hierdoor stijgt het niveau van het grondwater zodat in natte periodes weer poeltjes voorkomen. Er werd een peilbuizenraster geplaatst om het herstel van de grondwatertafel te monitoren.
In het voorjaar 2011 werd in de Krakeelduinen een begrazingszone ingericht van ca 20 ha.
De begrazing gebeurt door een kudde ‘Scottish Blackface’ schapen.
Door te grazen houden zij de begroeiing kort zodat de vegetatie meer gediversifieerd kan worden.
Gespreid over het gebied, het vegetatietype en het beheerregime worden jaarlijks zeven vegetatieopnames (permanent kwadraat 3x3m2) gemaakt ter evaluatie van het gevoerde beheer.
Een driejaarlijks natuurrapport levert aanbevelingen voor het beheer.