België, een kleine open economie van bijna 11,6 miljoen inwoners, ligt in het hart van West-Europa. In 2021 bedroeg zijn bbp 507,2 miljard euro. De economie beschikt over een goede communicatie-infrastructuur en een hoogopgeleide beroepsbevolking. Als open economie zijn de handelsbetrekkingen voor België van essentieel belang. Belangrijk is ook dat ongeveer 62,3 % van de Belgische uitvoer bestemd is voor de intra-Europese markt (het Verenigd Koninkrijk uitgezonderd). De buurlanden van België, met name Duitsland, Frankrijk en Nederland, zijn ook de belangrijkste handelspartners. Na een moeilijk jaar 2020 heeft de buitenlandse handel zich in 2021 bijzonder sterk hersteld. De handelsbalans is echter verslechterd en het tekort bedroeg in 2021 bijna 8,4 miljard euro, tegen een overschot van 1,7 miljard euro een jaar eerder.
De belangrijkste uitvoerproducten van de Belgische ondernemingen waren in 2021 producten uit de chemische nijverheid, maar ook voertuigen en vervoermaterieel, evenals minerale producten en machines en elektrische apparaten.
In 2020 was de farmaceutische industrie, binnen de verwerkende nijverheid, de belangrijkste sector in het creëren van toegevoegde waarde, gevolgd door de voedings- en drankenindustrie en de chemische nijverheid.
De jaarlijkse groei van het bbp is in 2021 in België sterk aangetrokken (+6,2 %) als gevolg van het wereldwijde herstel van de economische activiteit. Het herstel van het bbp in België was meer uitgesproken dan dat van de Europese Unie (27 landen; +5,3 %) en dat van de eurozone (+5,4 %).
Uit de recente economische ontwikkelingen blijkt dat het bbp van België in het vierde kwartaal van 2021 met 5,7 % op jaarbasis is gestegen, wat sneller is dan in het voorgaande kwartaal (+5,1 % op jaarbasis). Alleen de binnenlandse vraag, exclusief de voorraden, heeft tot dit herstel van het bbp bijgedragen. De netto-uitvoer en de veranderingen in de voorraden hebben daarentegen op het herstel van het bbp gewogen.
Diensten zijn doorgaans de belangrijkste motor van de Belgische economische groei. In 2021 waren ze ook de belangrijkste ondersteuners van het herstel van de economische activiteit.
De productie-index in de industrie is in 2020 fors gedaald om in 2021 weer te stijgen. De productie-index van de industrie exclusief bouw en die van de energiesector lag beide boven het niveau van 2021. voor de crisis, in tegenstelling tot de bouw. Gegevens uit het eerste kwartaal van 2022 laten een duidelijk herstel in de bouw zien.
De bedrijvendemografie was in 2021 opnieuw sterk, met meer oprichtingen dan stopzettingen en een nettosaldo van 43.839 eenheden, het grootste nettosaldo dat in de periode 2017-2021 is waargenomen. De ondernemersdynamiek wordt nog steeds waargenomen in het eerste kwartaal van 2022, met een positief nettosaldo van "oprichtingen-stopzettingen" (22.146 eenheden), dit saldo steeg jaar-op-jaar met 13.247 eenheden en vertegenwoordigt het grootste nettosaldo dat is waargenomen sinds het eerste kwartaal van 2017.
Over het geheel genomen was 2021 een gemengd jaar voor de arbeidsmarkt: de arbeidsparticipatie steeg, maar zowel de totale werkloosheid als de werkloosheid onder 25 jaar namen toe. In het vierde kwartaal van 2021 is de arbeidsmarkt verbeterd: alle werkloosheids- en werkgelegenheidscijfers laten binnen een jaar na elkaar een gunstige ontwikkeling zien. De jeugdwerkloosheid is namelijk gestegen tot 15,5 % (tegen 16,6 % een jaar eerder). Het totale werkloosheidscijfer is in het vierde kwartaal van 2021 licht gestegen tot 5,8 % (tegen 6,0 % een jaar eerder). De arbeidsparticipatie is in het vierde kwartaal van 2021 gestegen tot 66,2 % (tegen 64,5 % een jaar eerder).
Na een jaar 2020 dat gekenmerkt werd door een duidelijke vertraging van de inflatie, onder meer als gevolg van de ineenstorting van de olieprijzen op de wereldmarkten, zijn de consumptieprijzen, gemeten aan de hand van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen (HICP) in het jaar 2021 tot 9,1 % tijdens de eerste kwartaal van 2022. Alle componenten van de HICP zijn bullish, maar het is de energiecomponent die de prijzen doet stijgen. Met een inflatie van 65,9 % in het eerste kwartaal van 2022 verklaart de energiecomponent ruim twee derde van de totale inflatie.
Wat de groeivooruitzichten op korte termijn voor de Belgische economie betreft, geeft het Federaal Planbureau aan dat het economisch herstel zich reeds heeft ingezet in 2021, waarbij de groei 6,1 % bedraagt, zelfs 6,2 % volgens de recenter groeivooruitzichten van het IMF en de Europese Commissie. Volgens deze internationale instellingen zal de Belgische groei in 2022 enigszins vertragen tot ongeveer 2,0 %. Als de consumentenprijsindex in 2021 stijgt, zou de aanzienlijke stijging van de energieprijzen, die eind 2021 al werd waargenomen, zich voortzetten wat leidt tot een geraamde inflatiestijging van 7,8 % in 2022.