PAS-gebiedsanalyse in het kader van herstelmaatregelen voor BE2500004 Bossen, heiden en valleigebieden van Zandig Vlaanderen - westelijk deel

De SBZ omvat stelsels van beekvalleien en brongebieden met beekbegeleidende bossen, natte graslanden, laagveenrelicten en (hun overgangen naar) de hogere pleistocene gronden met zuurminnende bossen en naaldhout, droge en vochtige heide(relicten), heischrale en glanshavergraslandrelicten. Kenmerkend is dat op de overheersende voedselarme, zandige of lemig zandige gronden grote delen van de SBZ de voorbije 1000 jaar bestonden uit een mozaïek van bossen en open habitats (de zogenaamde ‘veldgebieden…

De SBZ omvat stelsels van beekvalleien en brongebieden met beekbegeleidende bossen, natte graslanden, laagveenrelicten en (hun overgangen naar) de hogere pleistocene gronden met zuurminnende bossen en naaldhout, droge en vochtige heide(relicten), heischrale en glanshavergraslandrelicten. Kenmerkend is dat op de overheersende voedselarme, zandige of lemig zandige gronden grote delen van de SBZ de voorbije 1000 jaar bestonden uit een mozaïek van bossen en open habitats (de zogenaamde ‘veldgebieden’ of ‘wastines’ met heiden, schraalgraslanden, moeras en vijvers), waarvan de verhoudingen in de loop van de tijd wijzigden onder invloed van o.a. de heersende conjunctuur. Hoewel de bossen actueel de grootste oppervlakte innemen, blijft de innige verweving met open habitattypes duidelijk zichtbaar in dreven, bermen, bosranden en versnipperde kleinere oppervlakten van open habitats die behouden of hersteld werden.
De SBZ heeft een oppervlakte van 3.064 ha en strekt zich uit over 16 deelgebieden in volgende gemeenten: Houthulst, Langemark-Poelkapelle, Kortemark, Staden, Ichtegem, Jabbeke, Zedelgem, Torhout, Brugge, Oostkamp, Wingene, Beernem, Ruiselede en Aalter.