Recreatie en toerisme als sociaal bindmiddel op het platteland

Recreatie en toerisme zijn het laatste decennium in opkomst in het buitengebied. Het aantal toeristisch-recreatieve voorzieningen neemt toe en ook het aantal bezoekers stijgt. Deze ontwikkeling heeft invloed op de sociale verbanden op het platteland; zowel positieve als negatieve. Uiteraard is het zaak om de negatieve invloeden zoveel mogelijk te voorkómen en zodanige omstandigheden te bewerkstelligen dat de positieve invloeden er wel in hoge mate zijn. Op deze manier worden recreatie en toerism…

Recreatie en toerisme zijn het laatste decennium in opkomst in het buitengebied. Het aantal toeristisch-recreatieve voorzieningen neemt toe en ook het aantal bezoekers stijgt. Deze ontwikkeling heeft invloed op de sociale verbanden op het platteland; zowel positieve als negatieve. Uiteraard is het zaak om de negatieve invloeden zoveel mogelijk te voorkómen en zodanige omstandigheden te bewerkstelligen dat de positieve invloeden er wel in hoge mate zijn. Op deze manier worden recreatie en toerisme op het platteland op een duurzame manier ontwikkeld. En dit is wat het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) graag wil. Het recreatiebeleid van de Rijksoverheid wordt namelijk vormgegeven vanuit een breed perspectief, zoals is vastgelegd in de Agenda Vitaal Platteland, waarbij het Rijk aandacht heeft voor de drie pijlers onder duurzaamheid: profit, planet en people. LNV heeft, in samenwerking met Economische Zaken, de Tweede Kamer toegezegd om in de loop van 2005 met een ‘Beleidskader duurzame recreatie en toerisme’ te komen waarin dit uitgewerkt wordt.