Ouders die willen werken, een opleiding volgen, thuiswerken of solliciteren moeten in de toekomst gemakkelijker en vaker kinderopvang kunnen inschakelen als ze daar nood aan hebben. Dat ontzorgt niet alleen het gezin maar verzekert ook een soepel werkende arbeidsmarkt en samenleving. Daarom doen de Vlaamse sociale partners, verenigd in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV), een reeks voorstellen om het bestaande opvangmodel voor baby’s, peuters en schoolkinderen te hervormen. Er moeten niet alleen meer betaalbare opvangplaatsen komen. Vlaanderen moet ook meer inzetten op flexibele en occasionele opvang via netwerken van kinderopvanginitiatieven en er moeten meer garanties komen om jobs in de kinderopvang werkbaar en leefbaar te houden.
Genoeg betaalbare en nabije opvangplaatsen
De Vlaamse sociale partners willen niet dat een gebrek aan goede en betaalbare kinderopvang een drempel is om een job aan te nemen of uit te voeren, om een opleiding te volgen of bv. om zorgtaken voor bejaarde ouders op te nemen. Voor de periode 2020-2024 investeert Vlaanderen via een meerjarenplanning in meer kinderopvangplaatsen: er komen 2.500 nieuwe en 462 omgeschakelde plaatsen volgens inkomenstarief (IKT) bij en 4.577 nieuwe plaatsen zonder inkomenstarief. Dat vinden de sociale partners prima, alleen groeit het aantal nieuwe plaatsen volgens inkomenstarief te traag. Laat dat nu net hét instrument zijn om ouders met een laag inkomen, werkzoekenden, ouders met een migratieachtergrond of inburgeraars aan het werk te helpen. Daar moet Vlaanderen dus meer op inzetten.
Hoe onregelmatig of dringend de nood van ouders ook is of wat hun financiële draagkracht is, kinderopvang zou voor alle gezinnen even toegankelijk moeten zijn. Daarom zijn er ook bijkomende kinderopvangplaatsen nodig in wijken waar er nog veel werkloosheid en inactiviteit is en waar veel kwetsbare groepen wonen. Bereikbaarheid van de opvang is voor kansengroepen van groot belang. Ze zijn meer op het openbaar vervoer aangewezen en kunnen dus minder makkelijk gebruik maken van verder gelegen kinderopvang.
Kinderopvang op maat
De SERV pleit voor meer maatwerk: er moet meer opvang beschikbaar zijn voor mensen die vroeg of laat moeten werken maar ook tijdens weekends, schoolvakanties, voor korte periodes op een dag of een wisselend aantal uren per week, voor occasionele opvang als ouders moeten solliciteren of een opleiding volgen, voor nieuw samengestelde gezinnen … Om dit maatwerk te organiseren ziet de SERV een oplossing in netwerken van kinderopvangverblijven. Door ‘gewone’ en occasionele of flexibele plaatsen voor kindjes te combineren, worden de lasten van meer maatwerk dan verspreid over meerdere initiatieven. Een goed werkend lokaal overleg en een loket kinderopvang kunnen dit aanbod mee op elkaar afstemmen.
Op maat betekent ook dat er een goede geografische spreiding is van de kinderopvang, met voldoende beschikbaarheid van korte en direct inzetbare kinderopvang zowel in de steden als in landelijke gebieden.
Samen beter de zorgpuzzel leggen
Trajectbegeleiders, consulenten, sociale werkers en werkgevers kunnen veel meer doen dan ze misschien beseffen om de zorgpuzzel van gezinnen mee te leggen. Waarom de uren waarop cursussen, afspraken of shifts starten en stoppen niet eens tegen het licht houden? Kan daarmee niet geschoven worden zodat de uren beter aansluiten op school- of opvanguren? Ook zij winnen erbij want een werknemer of cursist die zich geen zorgen moet maken over kinderopvang zal meer gemotiveerd zijn en minder gestresseerd. Proactief informeren en outreachend werken is een startpunt. Werkgevers, bemiddelaars of opleiders kunnen ook overwegen om zelf extra kinderopvangplaatsen te financieren of te organiseren. Voor werkgevers die moeite hebben om personeel te vinden kan het zelfs een extra troef zijn. Ouders moeten wel steeds de vrije keuze hebben om daar al of niet op in te gaan. Tot slot kan een arbeidsbemiddelaar, OCMW of werkgever ook beslissen om tussen te komen in kosten van kinderopvang. Bij VDAB bestaat al zo’n terugbetalingsregeling bij het volgen van opleidingen.
Meer oog voor werkbare en leefbare jobs in de kinderopvang
Net als in 2020 staat begeleider kinderopvang op de lijst van knelpuntberoepen bij VDAB: er zijn te weinig kandidaten en de kandidaten die zich aanbieden hebben niet de juiste kwalificaties. Ook de arbeidsomstandigheden zijn een probleem: een laag loon, moeilijke werkuren, veel stress ... De SERV beseft dat de vraag naar meer kinderopvangplaatsen en meer maatwerk de druk nog zal verhogen bij deze medewerkers. Daarom moet de overheid blijven investeren in professionele omkadering, bijscholing en betere arbeidsvoorwaarden. Dat kan de aantrekkelijkheid van het beroep verhogen en het inzetten van bachelors pedagogiek van het jonge kind aanzwengelen.
Opvangmodel hervormen
Om kinderopvang zijn sociale, pedagogische en economische functie ten volle te laten spelen, is een omvorming van het bestaande opvangmodel nodig. In het Vlaams regeerakkoord en in het relanceakkoord ‘Alle hens aan dek’ dat de sociale partners met de Vlaamse Regering sloten, zijn al een aantal engagementen genomen.