De Vlaamse Regering wil vanaf volgend jaar inburgeraars die niet aan het werk zijn en een beroepsactieve leeftijd hebben, verplicht inschrijven bij VDAB. Dat is een goede zaak want werk is een belangrijke factor voor een snelle en duurzame integratie. Tegelijk moet VDAB de inburgeraars actief en op maat begeleiden in nauwe samenwerking met alle betrokken instanties. In het nieuwe integratie- en inburgeringsbeleid legt de Vlaamse Regering de basis voor een geïntegreerde samenwerking. De Vlaamse sociale partners en de kansengroepen, verzameld in de Commissie Diversiteit bij de SERV, vragen om hier snel werk van te maken en te zorgen voor een sterke operationele samenwerking tussen de verschillende diensten. Door beter samen te werken en gegevens uit te wisselen, moet er meer tijd vrijkomen voor een kwaliteitsvolle begeleiding van nieuwkomers, zowel in de zoektocht naar werk als naar gepaste huisvesting. De commissie waarschuwt ook dat voor veel nieuwkomers de kosten van het inburgeringstraject hoog kunnen oplopen. Zij vraagt daarom dat wie het niet breed heeft, minder of niets moet betalen in plaats van betalingsuitstel te krijgen zoals voorzien.
Samenwerking is sleutelwoord
Werk is een belangrijke motor voor maatschappelijke en professionele integratie. In het VESOC-akkoord Alle Hens aan Dek geven de Vlaamse Regering en de Vlaamse sociale partners aan extra te zullen inzetten op de activering van nieuwkomers. Alle inburgeraars op beroepsactieve leeftijd die niet aan de slag zijn, moeten zich verplicht inschrijven bij VDAB. Op zijn beurt zal VDAB de inburgeraars actief en op maat begeleiden, in samenwerking met alle betrokken instanties. Het is belangrijk dat nieuwkomers die zich inschrijven bij de VDAB kunnen rekenen op een inschatting, begeleiding en ondersteuning op maat.
Daarnaast is het goed dat de nadruk wordt gelegd op een geïntegreerde samenwerking tussen de verschillende diensten zoals een gezamenlijke en geïntegreerde intake. Eén intakegesprek moet ervoor zorgen dat nieuwkomers slechts één keer hun gegevens moeten doorgeven aan de overheid. Ook verder in het inburgeringstraject moet dit only once-principe worden gehandhaafd. Cruciaal hierbij is een goede gegevensuitwisseling tussen alle betrokken diensten. Dat is niet alleen makkelijker voor de inburgeraars. De administratieve last voor de trajectbegeleider neemt ook af waardoor die zich kan richten op een kwaliteitsvolle begeleiding.
Een geïntegreerde benadering is voor de Commissie Diversiteit één van de sleutelelementen van een duurzame integratie van nieuwkomers. Daarom moet snel werk worden gemaakt van nieuwe samenwerkingsovereenkomsten tussen alle betrokken diensten: de Agentschappen Inburgering en Integratie, VDAB en de lokale besturen en OCMW’s. Er bestaan al geslaagde samenwerkingen op lokaal niveau. Door deze te bundelen en te delen, kan de geïntegreerde aanpak snel worden veralgemeend.
Kosten kunnen hoog oplopen
Zowel de cursus als deelname aan een test maatschappelijke oriëntering kosten elk 90 euro. Wie een (gedeeltelijke) vrijstelling wil kan hiervoor een test afleggen maar ook die kost 90 euro. Voor de lessen Nederlands moet de hoogte van de retributie nog worden vastgelegd. De commissie waarschuwt dat hoog oplopende kosten een extra drempel kunnen opwerpen voor de inburgeraars, een groep met een verhoogd armoederisico. Gezinnen in armoede hebben bovenal nood aan maatregelen die het inkomen vergroten. De commissie vraagt om gehele of gedeeltelijke vrijstellingen te voorzien voor bepaalde groepen.