Dat de Vlaamse overheid het minimumbedrag en de loongrenzen van de jobbonus aanpast wegens de indexverhoging en verhoging van het GGMI (sociaal akkoord juni 2021) is logisch maar een stijging van de bovenste loongrens met 16% is meer dan de overschrijding van de spilindex in 2022. Het is onduidelijk waarom dit gebeurt. De doelgroep die een beperkt bedrag zal ontvangen, vergroot daardoor aanzienlijk. Daarom vraagt de SERV voorzichtigheid bij het inschatten van het nodige budget.
Het zou beter zijn dat de aanpassing van de loongrenzen zo automatisch mogelijk verloopt via vooraf duidelijk opgestelde criteria. Verder pleiten de Vlaamse sociale partners er nog steeds voor om niet alleen de woonplaats maar ook de plaats van tewerkstelling in aanmerking te nemen om een jobbonus toe te kennen. Zo kan Vlaanderen ook werknemers aantrekken uit de omliggende regio’s en lidstaten. Bovendien herinnert de SERV de minister aan de afspraak om het onderbenutte budget van de jobbonus in overleg met de sociale partners te herbesteden in maatregelen in lijn met de jobbonus.
Tot slot wijzen de sociale partners in het kader van rechtszekerheid nogmaals op het negatief advies van de Raad van State die de Vlaamse Regering onbevoegd acht voor deze maatregel.