Een vlotte indicering en toeleiding van doelgroepwerknemers naar jobs in de sociale economie of het reguliere circuit is, gezien het een kerntaak is van VDAB, terecht een topprioriteit. Er moet blijvend onderzocht worden waar efficiëntiewinsten kunnen geboekt worden in de manier van screening en de doorlooptijden van de indicering door VDAB. Ook duidelijke, transparante informatie over het indiceringsproces aan alle betrokkenen kan hiertoe bijdragen. Het vier-ogenprincipe moet daarbij behouden blijven en de toekenning van het advies moet uniform gebeuren.
Het is belangrijk dat personen met een ticket collectief maatwerk er effectief terecht kunnen. Daartoe moet gewerkt worden aan nieuwe instroom, via nieuwe plaatsen enerzijds en het wegwerken van de geografische of inhoudelijke mismatch tussen vraag en aanbod anderzijds. Het groeipad van minstens 1.000 extra plaatsen is positief. Onderzoek tegelijkertijd waarom het huidige contingent niet volledig is ingevuld en er voor een deel van de beschikbare vacatures geen match kan worden gemaakt met de werkzoekenden met een advies. Werk eventuele knelpunten weg.
Het is positief dat het huidige doorstroomkader wordt hervormd naar een meer dynamische loopbaanaanpak op maat. Naast nieuwe instroom moet - waar mogelijk en met de mogelijkheid van de terugvalpositie – nl. ook worden ingezet op gerichte doorstroom. Daartoe is het o.a. belangrijk om de drempels voor werkgevers in de reguliere economie te verlagen. Verder is het aangewezen dat doorstroom al doorheen de tewerkstelling binnen de sociale economie aan bod komt en er stelselmatig naartoe wordt gewerkt, dat er o.a. via nazorg wordt gewerkt aan duurzame doorstroom en dat de terugkeergarantie wordt geoptimaliseerd.
De sociale partners kunnen zich vinden in de verdere uitbouw van de enclavewerking vanuit maatwerkbedrijven in private ondernemingen en het onderzoek of dit ook mogelijk is voor micro-ondernemingen en kmo’s, zonder daarbij in te boeten op de kwalitatieve begeleiding van doelgroepwerknemers. Tegelijkertijd is het belangrijk dat de minister alert is voor het feit dat enclaves zich vooral situeren binnen het industrieel weefsel, dat vandaag onder druk staat.
Zet in op een sterk individueel maatwerk. Dat vraagt om een goede en voldoende fijnmazig te monitoring van de maatregel, en snelle bijsturing waar nodig. Naast een vlotte indicering door VDAB is het cruciaal dat ook het toekennen van de tewerkstellingsondersteunende maatregelen en de toeleiding sneller gebeuren. Daarbij moet in eerste instantie de administratieve flow voor werkgevers worden aangepakt. Daarnaast is ook ontzorging en ondersteuning van de werkgever en werknemer/ werkzoekende wenselijk. Om het gebruik van de maatregel nog meer te stimuleren benadrukt de SERV het belang van een sterke communicatie-strategie en het optimaliseren van de ruimere bereikstrategie. Tot slot herhaalt de SERV het belang van kwalitatieve begeleiding waar nodig, en van voldoende middelen om die begeleiding te garanderen. Gezien een groot deel van de begrotingsinspanning die in 2025 binnen de sociale economie moet worden gerealiseerd op dit begrotingsartikel wordt genomen, vraagt de SERV zich af hoe de minister de begeleiding voor deze kwetsbare doelgroep binnen IMW wil blijven garanderen?
Informeer reguliere ondernemingen over de meerwaarde die sociale economieondernemingen voor hen kunnen creëren en stimuleer samenwerking. Benut het potentieel van sociale economieondernemingen bovendien om te sturen op ruimere strategische doelstellingen in het arbeidsmarktbeleid, zoals de transitie naar een inclusieve arbeidsmarkt. Ga tot slot ook binnen het ondersteuningsinstrumentarium na hoe de brug tussen sociale economie, MVO en ondernemers kan worden versterkt.
Verstevig de banden tussen sociale economie en lokale besturen verder. Evalueer daartoe de lokale regierol sociale economie en werk, stuur bij waar nodig en veranker deze (regie)rol binnen een apart regelgevend kader rond lokaal arbeidsmarktbeleid. Werk tot slot het inhoudelijk en financieel kader voor het aanvullend lokaal dienstenaanbod (ALD) verder uit.