De SERV/Stichting Innovatie & Arbeid onderzocht de drempels en hefbomen voor zelfstandig ondernemerschap in de kinderopvang. Naast een online enquête die 469 (potentiële) starters, gevestigde zelfstandigen en gestopte zelfstandigen invulden, werden ook 14 diepte-interviews afgenomen. Hoewel de enquête en de gesprekken werden afgenomen tijdens de coronacrisis lijkt de impact van de pandemie eerder beperkt.
Er zijn te weinig kinderopvangplaatsen in Vlaanderen. De grote vraag en lange wachtlijsten dwingen ouders ertoe hun kinderen vele maanden op voorhand aan te melden om een plaats te verzekeren. Ondanks die grote vraag denkt een kwart van de zelfstandige ondernemers in de kinderopvang (23%) eraan zijn activiteiten af te bouwen of volledig te stoppen. Dat blijkt uit een onderzoek van de Stichting Innovatie & Arbeid bij de Sociaal Economische Raad van Vlaanderen (de SERV). In 2020 stonden zelfstandige ondernemers in voor 36% of 31.331 van de 88.219 Vlaamse kinderopvangplaatsen.
Waarom kiezen voor kinderopvang?
Mensen die een kinderopvang opstarten, doen dat om verschillende redenen. De voornaamste is dat zij graag met kinderen werken. Maar liefst 83% van de respondenten gaf dit aan als één van de grootste voordelen. Daarnaast zijn flexibiliteit (45%), autonomie (44%) en een werkplek dichtbij huis (43%) belangrijk voor veel ondernemers, net als een antwoord kunnen bieden aan de opvangbehoefte (42%).
Waar knelt het schoentje?
Zelfstandig ondernemen in de kinderopvang is dus voor veel mensen een aantrekkelijke en bewuste keuze. Toch zijn er een aantal knelpunten. 65% van de bevraagden is tevreden over de keuze voor zijn of haar job. Dat is significant lager dan de 75% tevredenheid bij zelfstandige ondernemers in het algemeen. Eén op de vier (23%) ondernemers geeft aan de activiteiten te zullen afbouwen of zelfs volledig te willen stoppen tegenover 17% van alle zelfstandigen.
Moeilijk het hoofd boven water houden
De financiële haalbaarheid vormt voor (65%) een van de voornaamste uitdagingen. Voor (potentiële) starters is het moeilijk om te bepalen hoe groot hun startbudget moet zijn en om dat vervolgens bij elkaar te krijgen. Omdat hun inkomsten heel onzeker zijn kunnen ze niet de garanties geven die banken vragen. Bij gevestigde ondernemers is de subsidieregeling bron van veel kopzorgen. Amper 20% van de respondenten is tevreden over de mogelijkheid om financiering of een lening te bekomen tegenover 55% van alle zelfstandigen. Slechts 38% van de zelfstandige ondernemers in de kinderopvang is tevreden met het inkomen tegenover 48% van alle zelfstandigen. Wanneer ondernemers stoppen met kinderopvang, doen ze dit voornamelijk omdat het financieel onleefbaar is.
Ondersteuning schiet tekort
Veel ondernemers (48%) hebben moeite om de complexe regelgeving te vertalen naar praktische toepassingen. Ze kunnen hiervoor wel een beroep doen op Agentschap Opgroeien, het vroegere Kind & Gezin, maar de bevraagde ondernemers vinden dat ze vaak geen antwoord krijgen op hun vragen. Het contact met de dossierbeheerder bij Kind & Gezin verloopt vaak moeizaam en er wordt te makkelijk verwezen naar de website waar het antwoord niet te vinden blijkt. Uit het onderzoek komt naar voren dat zelfstandige ondernemers in de kinderopvang vooral extra praktische ondersteuning willen. Er is vraag naar meer begeleiding in plaats van controle. Nu worden fouten pas opgemerkt tijdens een inspectie en te weinig geduid waardoor het moeilijk is voor de ondernemers om ze aan te pakken.
Een web van regels en administratie
De verhoopte autonomie blijkt in de realiteit tegen te vallen. De uitgebreide regelgeving leidt ertoe dat amper 46% tevreden is over hoe onafhankelijk zij zijn in hun werk. Ter vergelijking: bij zelfstandigen in het algemeen is dat 70%. Ook de vele administratieve taken (67%) vormen een uitdaging. Vaak offeren ondernemers hun privétijd op om de administratie op orde brengen, ten koste van hun gezin en vrije tijd. De vele regels en het papierwerk dat daarbij komt kijken, neemt veel tijd in beslag. Daardoor blijft minder tijd over om te besteden aan wat ondernemers het allerbelangrijkste te vinden: de kinderen zelf.
Kirby baat al zeven jaar een kinderopvang uit. Zij stoort zich aan de vele regels en de administratielast. “Er wordt te weinig naar de kinderen zelf gekeken. Tijdens inspecties ligt de nadruk op het papierwerk. Welke procedure volg je om ouders te verwittigen wanneer hun kind ziek is, hoe evacueer je bij brand? Je moet dan wel schrijven dat je met de kinderen in treintje naar buiten gaat maar als het brandt zorg ik dat de kinderen veilig buiten geraken. Of dat nog in een treintje zal gebeuren betwijfel ik.”
Uit het rapport van de Stichting Innovatie & Arbeid blijkt dat zelfstandige ondernemers in de kinderopvang vooral ondersteuning vragen. Starters willen bijvoorbeeld hulp krijgen van ervaren begeleiders bij de opmaak van hun businessplan. Gevestigde ondernemers vragen dat complexe regelgeving wordt vertaald naar concrete situaties en praktische voorbeelden. De berg regels en de hoge administratielast perken de autonomie van de ondernemers te veel in. Ten slotte is het ook belangrijk dat kinderopvang financieel haalbaar is om voor elk kind een kwalitatieve opvang te voorzien en het ondernemerschap in de sector te stimuleren.