De Europese Commissie heeft op 30 maart 2022 een nieuwe EU-strategie voor duurzaam en circulair textiel gepresenteerd. De strategie bevat een reeks maatregelen en de visie van de Commissie voor de sector in 2030, zoals: alle textielproducten die in de EU in de handel worden gebracht, zijn duurzaam, repareerbaar en recycleerbaar, grotendeels vervaardigd van gerecyclede vezels, bevatten geen gevaarlijke stoffen en zijn geproduceerd met eerbiediging van de sociale rechten en het milieu; “fast fashion” is uit en consumenten profiteren langer van hoogwaardig, betaalbaar textiel; winstgevende hergebruik- en reparatiediensten worden wijd en zijd aangeboden; de textielsector is concurrerend, veerkrachtig en innovatief en fabrikanten nemen de verantwoordelijkheid voor hun producten in de hele waardeketen op zich, met voldoende capaciteit voor recycling en een minimale capaciteit voor het verbranden en storten van afval.
Nu al heeft het Europese textielgebruik de op drie na grootste impact op het milieu en de klimaatverandering, na voedsel, huisvesting en mobiliteit. Textiel staat op de derde plaats als het gaat om water- en landgebruik, en op de vijfde plaats bij het primaire verbruik van grondstoffen en broeikasgasemissies. De wereldwijde textiel- en kledingindustrie veroorzaakt momenteel 92 miljoen[70] ton afval per jaar. Dit is een bedrijfstak die voornamelijk is gebaseerd op fossiele brandstoffen. In 2015 hebben we alleen voor de mode-industrie al 98 miljoen ton olie verbruikt: voornamelijk voor de productie van synthetische vezels, die een groot deel van de gebruikte materialen vormen. Naar schatting zijn er al 1,4 biljoenmicrovezels in de oceanen te vinden. Het wassen van kleding bestaande uit synthetische vezels bestrijkt daarvan het leeuwendeel, namelijk 35 %. Elk jaar komt er alleen al 552 000 ton microvezels in het water terecht.
We produceren meer kleding en textiel dan ooit. Alleen al in de EU is de vraag de afgelopen decennia met 40 % gestegen. We consumeren meer en vaker dan ooit tevoren. Tegelijkertijd dragen we onze kleren gemiddeld slechts een paar keer. We vergeten hoeveel werk en middelen daarmee gemoeid zijn. Er zijn meer collecties dan seizoenen, de trends wisselen elkaar steeds sneller af en voordat de nieuwe collectie in de winkels en webshops ligt, wordt de collectie van gisteren al afgedankt. Tegelijkertijd wordt slechts 1 % gerecycled.
Niet alleen het milieu betaalt hiervoor een hoge prijs, maar ook de mensen die werkzaam zijn in de hele toeleveringsketen van onze textielproducten.
De sector biedt werk aan 60 miljoen mensen wereldwijd, overwegend vrouwen. De lonen van werknemers in de kledingsector staan vaak ver af van leefbare lonen. Onbetaald overwerk, gezondheidsrisico’s, geen vaste contracten en psychologisch en fysiek misbruik zijn slechts enkele van de problemen waarmee de sector kampt. Of het nu gaat om katoenvelden of textielfabrieken: onzekere arbeidsomstandigheden zijn schering en inslag in deze sector. Overal op de wereld worden vrouwen bijzonder hard getroffen door milieurampen en extreme klimaatomstandigheden. We kunnen de ergste crisis ter wereld niet het hoofd bieden zonder de helft van de bevolking daarbij te betrekken.
De voortdurende neerwaartse druk op sociale en milieunormen leidt tot steeds meer sociale ongelijkheid en de teloorgang van het milieu. De circulaire economie moet een belangrijke rol spelen bij het beheer van de transitie naar sociale, economische en ecologische duurzaamheid.
De rapporteur is van mening dat we zonder een goed functionerende circulaire economie geen klimaatneutraliteit kunnen bewerkstelligen en we onze milieudoelstellingen niet kunnen halen. Daarom hebben we bindende regels nodig die een verantwoord gebruik van grondstoffen overal ter wereld garanderen. Wij als EU moeten het goede voorbeeld geven en erop toezien dat het textiel dat in onze winkels wordt verkocht en de diensten van de informatiemaatschappij, zoals onlineplatforms, voldoen aan hoge milieu- en mensenrechtennormen.
De verantwoordelijkheid voor duurzame aankopen mag niet langer alleen op de consument worden afgeschoven en het bestaande lineaire model moet worden stopgezet – ten gunste van een circulair en fatsoenlijk model dat niet draait om volume.
Hiervoor hebben we bindende wetgeving nodig, aangezien de wetgevers tot nu toe relatief weinig regelgeving hebben opgesteld voor de textielindustrie.
Daarom pleit de rapporteur voor Europese wetgeving die garandeert dat mode niet wordt geproduceerd ten koste van de teloorgang van het milieu en van mensenlevens. Het nieuwe voorstel voor een verordening inzake ecologisch ontwerp kan in dit verband een belangrijke rol spelen.
Verder moeten er voorschriften worden vastgesteld om te voorkomen dat niet-verkochte kleren worden vernietigd of naar een stortplaats worden gebracht louter omdat ze niet langer in de mode zijn of omdat de magazijnen vol zijn. De rapporteur is van mening dat alleen textiel dat aan minimale duurzaamheidseisen voldoet in de EU mag worden ingevoerd of in de EU mag worden geproduceerd. We moeten textiel ontwerpen dat herbruikbaar, repareerbaar, recycleerbaar en energie-efficiënt is. Daarom moet de EU bindende doelstellingen vaststellen met het oog op een kleinere koolstofvoetafdruk van textiel. Een kernprobleem is overconsumptie en overproductie. Een holistische strategie voor duurzaam textiel kan alleen van nut zijn als we de absolute hoeveelheid gebruikte natuurlijke hulpbronnen verminderen en tegelijkertijd de hoeveelheid afval terugdringen.