De databank die als input dient voor het regionaal multisectoraal macro-econo-
misch HERMREG-model bestaat momenteel uit lange en homogene reeksen van
toegevoegde waarde, bbp, bezoldigingen, investeringen, werkgelegenheid, be-
volking en werkloosheid, coherent met de nationale en regionale boekhouding.
De retropolatie-oefening biedt, naast de bevoorrading van het projectiemodel, op
zich heel wat interessante historische informatie. Het voorliggende document is
daarvan een illustratie. Het beschrijft de belangrijkste regionale macro-economi-
sche ontwikkelingen sinds 1980, hierbij gebruik makend van de sectorale
dimensie van de databank. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de verge-
lijking tussen de gewesten. De evolutie van de groeiverschillen staat immers
centraal in de eerste projectie-oefening van het HERMREG-model. Die oefening
streeft er specifiek naar de determinanten van die groeiverschillen in kaart te
brengen.
We herinneren eraan dat die databank zich, net als het model, nog steeds in een
ontwikkelingsfase bevindt. Zo zou zij bijkomend worden gevoed met de beschik-
bare en primaire gezinsinkomens1, een milieumodule en met een regionale
uitsplitsing van de overheidsfinanciën. Bovendien zou, naargelang er meer
basisinformatie ter beschikking komt, ook het verbeteren van de
retropolatiehypothesen kunnen worden overwogen.
De volgende analyse steunt op de databank die werd gebruikt voor de opmaak
van de regionale economische projecties tot 2012. Die oefening werd begin janu-
ari 2008 gepubliceerd.2 Deze regionale vooruitzichten zijn coherent met de
nationale economische vooruitzichten 2007-2012 van het Federaal Planbureau
(FPB) die gebaseerd waren op de informatie die op 15 april 2007 beschikbaar was.3
De hier voorgestelde regionale databank blijft dus beperkt tot de gegevens van de
regionale rekeningen die door het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR)
werden gepubliceerd in maart 2007.4 De regionale rekeningen die verschenen op
26 maart 2008 werden er dus nog niet in opgenomen. De analyse legt de nadruk
op langetermijntendensen en het toevoegen van de boekhouding van één
supplementair jaar zal de conclusies getrokken uit een periode van vijfentwintig
jaar niet zwaar wijzigen. Bovendien slaan de revisies die het INR gewoonlijk
uitvoert bij een nieuwe publicatie enkel op de drie of vier laatste jaren en
veranderen ze dus niets aan het resultaat van de hier voorgestelde retropolaties.