Vlaamse Beleidsnota Plattelandsbeleid 2024-2029

Vandaag leeft bijna 1 op 3 Vlamingen op het platteland en dat aantal blijft in Vlaanderen, in tegenstelling tot in de rest van Europa, licht stijgen. Aan de andere kant kampt dat platteland net als elders in Europa met heel wat uitdagingen op het vlak van leefbaarheid, bereikbaarheid, sociale cohesie, kansarmoede, beschikbaarheid van diensten … Uitdagingen die tal van beleidsdomeinen overstijgen en dus bij uitstek een transversale aanpak vragen. We hebben dan ook nood aan een structureel plattel…

Vandaag leeft bijna 1 op 3 Vlamingen op het platteland en dat aantal blijft in Vlaanderen, in tegenstelling tot in de rest van Europa, licht stijgen. Aan de andere kant kampt dat platteland net als elders in Europa met heel wat uitdagingen op het vlak van leefbaarheid, bereikbaarheid, sociale cohesie, kansarmoede, beschikbaarheid van diensten … Uitdagingen die tal van beleidsdomeinen overstijgen en dus bij uitstek een transversale aanpak vragen. We hebben dan ook nood aan een structureel plattelandspact dat verschillende bevoegdheidsdomeinen overstijgt, goed luistert naar de stem van de lokale actoren en gemeenschappen en ruimte laat voor lokale projecten. Zo’n structureel plattelandspact vraagt natuurlijk ook een structurele financiering. Daarom geven we naast de vertrouwde kanalen zoals LEADER een extra injectie met het openruimtefonds.  

Binnen het plattelandsbeleid zijn er twee grote strategische doelstellingen.  

1. Ten eerste voeren we een geïntegreerd plattelandsbeleid uit, de belangrijkste pijler hierin zal de komende legislatuur het transversaal plattelandspact zijn. Hierbij wordt samen met de regering, de provincies, lokale besturen en het middenveld gewerkt aan een domein overstijgend beleid dat het platteland toelaat haar maximale potentieel te benutten. Het plattelandsbeleid wordt deze legislatuur uitgewerkt als een evenwaardige nevenpool van het stedelijk beleid. Daarnaast werken we ook aan de verdere doorvertaling van het Europees beleid zoals ook in de volgende LEADER-periode. 
2. Ten tweede werken we ook gericht aan het platteland en de noden van al wie er woont en werkt, via de tweede strategische doelstelling maken we werk van verdere ontwikkeling van een biodivers platteland. We onderzoeken hoe we lokale productie en afzet van voedsel kunnen bestendigen. Daarnaast werken we verder aan de specifieke noden van dorpen en lokale gemeenschappen.