De zin van het leven zoeken in economie is een utopie. Als we denken aan het aantal uitgebluste werknemers, de kloof tussen rijk en arm en ons bedreigd milieu, dreigt de utopische idee van de vrije markt als het geliefkoosde economische format meer en meer te evolueren naar een dystopische realiteit. De negatieve effecten van onze mateloze economische zin om schaarste te lijf te gaan, nodigen ons vandaag, met z'n allen, uit om onze verantwoordelijkheid op te nemen. Samen moeten we kiezen voor een transitie van onze economie.
Dit boek, dat het eerste deel uitmaakt van een trilogie, doet ons de zin van een deugddoende job, een band met onze medeburgers en een duurzaam leefmilieu herontdekken. Vertrouwen blijkt hierbij het sleutelwoord te zijn. Vanuit verschillende hoeken worden we aangesproken om onze verantwoordelijkheid vanuit een onverbrekelijk vertrouwen op te nemen. De atheïst doet dit via solidariteit, een religieus iemand vanuit naastenliefde en de boeddhist via mededogen. Zo overschrijden we ons naïef utopisch vertrouwen in de markt. De deeleconomie, de gemeenschapseconomie en de betekeniseconomie zijn concrete voorbeelden van deze vernieuwde economische logica. Naar aanleiding van de 500ste verjaardag van Thomas Morus' Utopia, voegen we aldus de daad bij een nieuw woord: uglobia. In uglobia slaat "u" op de Griekse term voor geluk. Uglobia is het hier en nu omturnen van onze geglobaliseerde samenleving, waarbij het bruto nationaal product in functie staat van het bruto nationaal geluk.