Nadat de eerste jaren van het nieuwe millennium te lijden hadden onder een kwakkelende economische groei, kan 2004 de banvloek eindelijk doorbreken en komen er voor het eerst sinds het recordjaar 2000 nog eens groeicijfers van meer dan 2% op het scorebord. De Belgische en Vlaamse economie groeien met respectievelijk 2,6% en 2,8%, wat nog een stuk beter is dan de eveneens opverende gemiddelde groei van EU-15 (2,3%). Deze mooie groeiprestaties zijn goed nieuws voor de arbeidsmarkt. Opnieuw geldt dit meer voor de Vlaamse situatie dan voor de Europese. Tijdens de economisch magere periode 2001-2003 schommelde de groei van het aantal werkenden in het Vlaams Gewest rond het nulpunt, of was zelfs negatief. Op Europees niveau nam de groei van het aantal werkenden eveneens sterk af, maar het niveau kon zich handhaven en de groei bleef uit de negatieve cijfers. Wanneer het tij keert in 2004, blijft de reactie op de Vlaamse arbeidsmarkt niet uit en krijgt het aantal werkenden een fikse groeistoot. In Europa daarentegen blijft de groei van het aantal werkenden op een bescheiden niveau. Hiermee belanden we in een vergelijkbaar scenario als tijdens de economische heropleving van 2000. Ook toen kwam de Vlaamse groei van het aantal werkenden in één klap terug hoger uit dan de Europese, ook toen groeide het aantal werkenden in het Vlaams Gewest een jaar eerder een stuk trager dan gemiddeld in Europa.
De economische ontwikkelingen zijn niet de enige externe factor met verregaande implicaties voor het aantal werkenden op de Vlaamse arbeidsmarkt. Demografische veranderingen verlopen trager en zijn dus minder opvallend, maar de gevolgen zijn des te onherroepelijker. Zeker in het Vlaams Gewest hangt de vergrijzing ons als een zwaard van Damocles boven het hoofd. De bevolkingsvooruitzichten tonen het duidelijk aan: de bevolking vergrijst, in het Vlaams Gewest zelfs in die mate dat de grijze druk toeneemt van 30 ouderen per 100 personen op arbeidsleeftijd in 2005 tot meer dan 50 in 2035 (Pelfrene, 2005). De vergelijking met een sluipend gif is snel gemaakt. Veroudering is immers niet alleen een zaak van 65-plussers. Ook binnen de bevolking op arbeidsleeftijd (15-64 jaar) eist het proces haar tol. Gelukkig hoeft het zover niet te komen. Dezelfde babyboomgeneratie die nu aan het vergrijzen is, is immers ook de spil van die andere grote maatschappelijke ontwikkeling: de deelname van vrouwen aan de arbeidsmarkt. Deze generatie is de eerste van een lange rij generaties met telkens meer vrouwen die buitenshuis gingen werken én zelfs na de geboorte van de kinderen aan de slag bleven. Deze evolutie heeft een opwaarts effect op de vrouwelijke én globale werkzaamheidsgraad in het Vlaams Gewest.